Les 5. Reinigen van de vloer

Start

1. Wat heb je nodig:

- Werkschort
- Emmer met water (halfvol)
- Allesreiniger (een scheutje)
- Mop
- Dweilkar (Rode en Blauwe emmer) Vul de blauwe emmer 3/4 met koud water en de allesreiniger en de rode emmer 1/4 met koud water
- Veger en blik
- Veger

 

Actie

2. Trek je werkschort en werkschoenen aan.
3. Zet de mopkar klaar zoals is aangegeven. 
4. Veeg de vuile resten van de vloer aan en ruim het op met een veger en blik.
5. Dip de mop in de blauwe emmer en wring het water uit in de rode emmer. Zo komt het vuil niet bijelkaar en wordt je vloer schoon. 
6. Dweil eerst de zijkanten van de vloer, wring vervolgens je mop weer uit zodat de mop weer schoon is. Dweil daarna de gehele oppervlakte van links naar rechts. Is het een groot oppervlakte wring dan halverwege de mop nogmaals uit zodat de vloer schoon wordt. (voor meer informatie kijk het instructiefilmpje nogmaals)
7. Laat de vloer opdrogen.

 

Einde

7. Leeg de emmers, spoel de emmers en droog de emmers.
8. Spoel de werkdoeken uit en hang deze te drogen.
9. Maak overige materialen schoon en ruim deze op.
10. Ruim overige gebruikte schoonmaakmiddelen op.
11. Maak je werkplek schoon.
12. Was aan het einde je handen.