De informatie die je hebt gevonden, beoordeel je op de 3 B’s: begrijpelijk, betrouwbaar en bruikbaar. Neem één van de bronnen die je gevonden hebt en beantwoord de volgende vragen:
Begrijpelijk
Is het in het Nederlands geschreven?
Begrijp ik wat er staat?
Worden moeilijke woorden uitgelegd?
Betrouwbaar
Wie heeft de website gemaakt?
Waarom is deze website gemaakt?
Wanneer is deze website gemaakt?
Wanneer werd de informatie voor het laatst aangepast?
Vind je op andere websites dezelfde informatie?
Ben ik het eens met wat er staat?
Bruikbaarheid
Geeft de informatie antwoord op (één van) mijn vragen?
Kan ik (delen van) de tekst gebruiken?
Kan ik afbeeldingen (plaatjes, films, schema’s, grafieken) gebruiken?
Als je uiteindelijk hebt besloten dat je bepaalde informatiebronnen gaat gebruiken, moet je er ook naar verwijzen. In de volgende paragafen leer je waarom (4.2), hoe (4.3) en wanneer (4.4) je verwijst naar je informatiebronnen.