1. Bevruchting

Eicellen en zaadcellen

Een eicel is de grootste cel van een mens (een vrouw dan ;-)). Een eicel is nog net met het blote oog zichtbaar. Zaadcellen zijn zeer kleine cellen en hebben een lange staart waarmee ze zich kunnen voortbewegen. Eicellen bewegen door trilharen in de eileider richting de baarmoeder.

Een eicel leeft maar 12 tot 24 uur. Zaadcellen ‘zwemmen’ na de geslachtsgemeenschap via de vagina naar de baarmoeder. Daar leven ze wel 3 tot 5 dagen.


Bevruchting

Een eicel wordt door de sterkste en snelste zaadcel bevrucht.
Bekijk het onderstaande filmpje hierover:

Bevruchting

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tijdens en rond de ovulatie (eisprong) kan een vrouw door geslachtsgemeenschap zwanger raken. Na een zaadlozing gaan er miljoenen zaadcellen richting de baarmoedermond. Eerst moeten ze een slijmpropje aan het begin van de baarmoeder passeren. De zaadcellen die dat overleven, zwemmen de eileiders in.

Bij de bevruchting vindt er een versmelting plaats van één zaadcel met de eicel. De cel die ontstaat na de bevruchting heet zygote.

Fase 1:
Zaadcellen bereiken de eicel.
Eén zaadcel dringt de eicel binnen.

Fase 2:
De zaadcel verliest zijn staart en om de eicel heen ontstaat een voor ándere zaadcellen ondoordringbare laag.

Fase 3:
De kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel. De bevruchting is een feit!