Aan het eind van dit thema gaat het erom dat je laat zien dat je de onderstaande doelen hebt behaald:
Je kunt de betekenis van alle dikgedrukte woorden in de lesstof toelichten.
Je kunt uitleggen dat meercellige organismen meestal ontstaan uit een bevruchte eicel die zich door celdeling vermeerdert.
Je kunt uitleggen hoe de voortplanting bij de mens verloopt, , ook bij verschillende typen tweelingen.
Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw optreden nadat bevruchting heeft plaatsgevonden.
Je kunt de delen van een baarmoeder met embryo kunnen noemen met hun functies en kenmerken. Ook kan je deze delen aanwijzen in een afbeelding.
Je benoemt hoe door onderzoek aan het ongeboren kind kan worden nagegaan wat het geslacht is en of het bepaalde aangeboren afwijkingen heeft.
Je kunt beschrijven hoe de geboorte van een kind plaatsvindt.