Maak onderstaande verwerkingsopdrachten om je samenvatting te checken en zo nodig aan te vullen.
Geef bij elk van de volgende kenmerken aan of het PRIMAIRE of SECUNDAIRE geslachtskenmerken gaat. Geef ook aan of het gaat om vrouwelijke of mannelijke geslachtskenmerken (of allebei).
a. schaamlippen
b. penis
c. schaamhaar
d. zaadlozing
e. eierstok
f. lagere stem
g. brede schouders
h. borsthaar
i. balzak
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken?
Bekijk de grafiek.
Drie leerlingen zeggen iets naar aanleiding van de grafiek.
De groeispurt is bij jongens eerder dan bij meisjes.
De groeispurt is bij jongens later dan bij meisjes.
De groeispurt is bij jongens en meisjes op dezelfde leeftijd.
Wie heeft gelijk?
Is de volgende bewering waar of niet waar?
Uit de grafiek blijkt dat meisjes met 15 jaar uitgegroeid zijn.
waar
niet waar
Na de groeispurt beweeg je vaak wat slungelig. Hoe komt dat?
Welke hormoonklier zorgt ervoor dat er in jouw geslachtsorganen geslachtshormonen worden aangemaakt?
Noem het mannelijke geslachtshormoon dat zorgt voor de secundaire geslachtskenmerken. Waar wordt dit hormoon gemaakt?
Noem twee belangrijke vrouwelijke geslachtshormonen. Waar wordt deze hormonen gemaakt?
Is de volgende bewering waar of niet waar?
Een vrouw heeft ook mannelijke hormonen.
A. waar
B. niet waar