Leesstrategieën
Als je een tekst leest, is het belangrijk om te bepalen met welk doel je de tekst leest. Je maakt gebruik van leesstrategieën. We kennen de volgende leesstrategieën:
- Globaal, je leest de eerste en de laatste alinea en de eerste en laatste zinnen van de andere alinea's. Het doel van deze strategie is om de hoofdzaken van de tekst te vinden.
- Oriënterend, je kijkt naar de titel, de flaptekst, de tussenkoppen, de bron, de eerste alinea en de inhoudsopgave. Het doel van deze strategie is om vast te stellen of de tekst bruikbaar is.
- Zoekend, je kijkt naar de lay-out van de tekst. Welke delen zijn cursief of vetgedrukt en wat valt op. Het doel van deze strategie is om vast te stellen of de tekst bruikbare informatie bevat.
- Intensief, je leest de tekst helemaal. Je zoekt de betekenis van moeilijke woorden op en bepaalt wat het onderwerp en de hoofdgedachte van de tekst is. Het doel van deze strategie is om de tekst goed te begrijpen.
- Kritisch, je stelt kritische vragen over de tekst. Is de argumentatie goed? Wie is de auteur en is deze auteur betrouwbaar? Zijn de bronnen betrouwbaar? Het doel van deze strategie is om uit te zoeken of de tekst betrouwbaar is.
- Studerend, je leest de tekst oriënterend, globaal en intenstief. Je kunt daarna een samenvatting van de tekst maken. Het doel van deze strategie is om de belangrijkste informatie uit de tekst te onthouden.
Leesstrategieën door Arnoud Kuipers https://www.youtube.com/watch?v=15GySyrXDo4