Warmbloed, koudbloed of volbloed paarden

Er zijn zo'n 250 verschillende paardenrassen. Deze paardenrassen zijn ontstaan doordat ze gefokt werden voor verschillende gebruiksdoeleinden. Denk hierbij aan een paard voor vervoer, een paard om het land mee om te ploegen, een paard voor een wagen met goederen. Deze paarden hebben allemaal andere eigenschappen nodig om het werk uit te kunnen voeren. De leefomstandigheden hebben ook invloed gehad op de verschillende rassen, denk hierbij aan de verschillende klimaten waar zij leefden.

De rassen worden onderverdeeld in koudbloeden, warmbloeden en volbloeden. Deze benamingen zeggen niets over de temperatuur van het paard, maar over het temperament van het dier. Zo heeft een koudbloed, zoals het Belgisch trekpaard een rustiger temperament dan bijvoorbeeld een warmbloed zoals de New Forest paard.

De meeste rijpaarden zijn vaak warmbloeden. Ook de KWPN-er is een warmbloedpaard, maar eigenlijk geen ras. Het KWPN is namelijk een 'open stamboek', dat betekend dat verschillende rassen welkom zijn, als ze binnen het fokdoel passen. 

Er zijn twee volbloedrassen: De Arabische volbloed ook wel Arabier genoemd en de Engelse volbloed. De paarden staan bekend om hun schoonheid en beenwerk. 

Het Engelse volbloed is een goed renpaard en heeft een geweldig galloppeervermogen. 

Paarden die tot de koudbloeden worden vaak als trekpaard gebruikt. Ze zijn veel zwaarder gebouwd en hebben een geduldiger temperament. Rassen zoals de Shire, Belgisch trekpaard behoren tot de koudbloeden.

Paarden en pony's

Om te kunnen bepalen of je te maken hebt met een paard of een pony, is het nodig om de schofthoogte van het volwassen dier te meten. De schofthoogte wordt ook wel stokmaat genoemd. Bij een schofthoogte tot 147 cm heb je te maken met een pony. Bij een schofthoogte vanaf 147 cm spreek je van een paard. 

 

Afbeeldingsresultaat voor stokmaat meten
Stokmaat meten

Rassenkennis paard en ezel