In de nacht naar 2 juni 2016 viel er in delen van Nederland uitzonderlijk veel regen. Dat was de tweede keer in korte tijd, want drie dagen eerder was dat ook al het geval. Toen viel in Brabant op enkele plaatsen ruim 100 millimeter.
In het achtuurjournaal van 2 juni zei weerman Gerrit Hiemstra naar aanleiding hiervan: “Welkom in het nieuwe klimaat.” Hiermee suggereerde hij dat het Nederlandse klimaat vanaf 2016 nattere zomers zal kennen dan tevoren.
Maar kun je dat naar aanleiding van twee zomerdagen kort na elkaar met buitengewoon zware regenval vaststellen?
Kijk naar de video.
Meestal gebruikt men voor het berekenen van gemiddelden de meetresultaten die verkregen zijn gedurende dertig opeenvolgende jaren. Dat doet bijvoorbeeld het KNMI. Het klimaat op een bepaalde plaats of in een bepaald gebied wordt weergegeven met een klimaatdiagram.
Na de vaststelling van een klimaat blijven metingen doorgaan. Het KNMI berekent, in het kader van internationale afspraken, elke tien jaar de gemiddelde waarden voor een aantal meteorologische grootheden.
Deze berekeningen vinden plaats over een periode van 30 jaar. De meest recent berekende waarden (1981-2010) gelden als de normalen van het huidige klimaat
Uit nieuwe meetresultaten over langere perioden valt vast te stellen of het klimaat gemiddeld droger of natter, kouder of warmer wordt. Anders gezegd: of er sprake is van klimaatverandering.
Een voorbeeld hiervan vind je in de Bosatlas of Alcarta op de kaarten van Europa - Klimaat: Veranderingen van de temperatuur in vier seizoenen tussen 1950 en 2010.