Klimaatverandering is allerminst nieuw, al krijg je misschien door alle aandacht in het nieuws voor klimaatverandering de indruk dat die verandering typisch iets van deze tijd is. Toch hebben er altijd klimaatveranderingen plaatsgevonden. Dat valt alleen al af te leiden uit metingen in het verleden waarvan de resultaten zijn bijgehouden.
Wie verder terug in de tijd wil gaan om klimaatveranderingen op te sporen en te beschrijven, is aangewezen op kranten, dagboeken, kronieken en andere geschreven bronnen. De oudste geschreven bronnen dateren van ongeveer 3.500 voor Chr.
Wetenschappers die zich bezighouden met onderzoek naar klimaten en klimaatverandering in het verleden en de gevolgen daarvan, hebben niet veel aan metingen en geschreven bronnen, die gaan niet ver genoeg terug. Zij zijn aangewezen op andersoortige informatie.
Zo bestuderen ze bijvoorbeeld oud landijs uit Groenland of Antarctica. Dit ijs is ontstaan uit sneeuw en dat bevat luchtbelletjes. Elk jaar is dat ijs door sneeuwval aangegroeid. Daardoor kom je steeds ouder ijs tegen naarmate je dieper in een laag landijs boort.
Geleerden halen boorkernen uit een laag landijs en bestuderen de lucht uit de belletjes die in de boorkern zitten. Aan de hand van de lucht krijgen ze een indruk van de wijzigingen in het klimaat op aarde in de loop van de afgelopen honderdduizenden jaren. Het gaat om verschillen in de hoeveelheid CO2, methaan en andere broeikasgassen in de lucht. Hoe meer van die gassen er in de atmosfeer zitten, hoe sterker het broeikaseffect van die gassen is en hoe warmer het op aarde is.
Wetenschappers halen hun informatie uit fossielen en andere resten van planten en dieren in gesteentelagen, die lang geleden zijn afgezet. Het voorkomen van flora en fauna in een bepaalde periode zegt veel over het toenmalige klimaat.
Er is nog een derde manier om na te gaan hoe het klimaat in de loop van de tijd is veranderd.
Kijk naar de video.