Stap 1

Klassiek of modern?
Homerus, dichter van de Ilias en Odyssee, beschreef meer dan zeven eeuwen voor Christus al een interessant biotechnologische waarneming:
“Als je een vijgentakje kneust en het gekneusde deel door melk roert dan vormt zich in de melk een vaste stof, waaruit een soort zachte kaas te maken is.” Nu weten we dat uit het vijgentakje wat sap lekte met daarin het enzym ficine. Dit enzym laat het eiwit caseïne in de melk samenklonteren (stremmen).

In de Romeinse tijd is opgetekend "dat melk moet worden gestremd met stremsel dat is verkregen van een lam of een jong geitje, alhoewel men hiervoor eveneens de bloem van de wilde distel of saffloerzaad kan gebruiken, alsook het sap van de vijgenboom, dat vrijkomt door een inkeping te maken in de nog groene schors".
Blijkbaar is het recept om kaas te maken al heel oud.
Ook onze kaasindustrie gebruikt enzymen.

Opdracht 1 Biotechnologie

  1. Zoek uit hoe uit melk kaas gemaakt wordt.
    Noteer de achtereenvolgende stappen en schrijf erbij de tijdsduur van elke stap van het proces.
    Bron: www.food-info.net.
  2. Vanouds wordt dierlijk stremsel gebruikt.
    Zoek uit wat daar precies in zit, welke alternatieven daarvoor zijn en de redenen waarom mensen alternatieven zouden willen gebruiken.

    De manier waarop Homerus de biotechnologie gebruikte is natuurlijk anders dan de manier waarop wij dat nu doen. Zoek uit wat verstaan wordt onder klassieke biotechnologie en moderne biotechnologie.
    Wat hoort bij klassieke biotechnologie? En wat bij moderne?
  3. Technieken waarbij organismen of delen van organismen gebruikt worden om producten voor de mens te maken.
    1. Klassieke biotechnologie.
    2. Moderne biotechnologie.
    3. Klassieke biotechnologie en moderne biotechnologie.
  4. Voor deze productie aanpassen van de eigenschappen van bacteriën, planten en dieren.
    1. Klassieke biotechnologie.
    2. Moderne biotechnologie.
    3. Klassieke biotechnologie en moderne biotechnologie.
  5. Welke tak van de biotechnologie wordt gebruikt voor het maken van wijn?
    1. Klassieke biotechnologie.
    2. Moderne biotechnologie.
    3. Klassieke biotechnologie en moderne biotechnologie.
  6. Welke tak van de biotechnologie wordt gebruikt voor het maken van wasmiddel?
    1. Klassieke biotechnologie.
    2. Moderne biotechnologie.
    3. Klassieke biotechnologie en moderne biotechnologie.
  7. Welke tak van de biotechnologie wordt gebruikt voor het maken van een vaccin tegen baarmoederhalskanker?
    1. Klassieke biotechnologie.
    2. Moderne biotechnologie.
    3. Klassieke biotechnologie en moderne biotechnologie.
  8. Welke tak van de biotechnologie wordt gebruikt voor het maken van brood?
    1. Klassieke biotechnologie.
    2. Moderne biotechnologie.
    3. Klassieke biotechnologie en moderne biotechnologie.

Opdracht 2 GloFish
In tweetallen.
In de animatie die je zag in de introductie, werden lichtgevende bacteriën gemaakt.
Lichtgevende dieren maken kan ook echt! Bekijk het verhaal achter lichtgevende sushi.
Lees hier een artikel erover en bekijk het filmpje.
Beantwoord daarna samen de vragen.

  1. Welk doel hadden de wetenschappers die de GloFish maakten?
  2. Wat is de rol van het gen voor GFP (Green Fluorescent Protein)?
  3. Komt het gen voor GFP altijd tot expressie als het in een ander organisme wordt overgebracht?
  4. Wat is de bedoeling van het centre for genomics gastronomy?
  5. Zou jij wel trek hebben in lichtgevende sushi?

Bespreek in de klas de bovenstaande vijf vragen.

Opdracht 3 Ingrediënten
Op een fles slaolie staat: ‘geproduceerd met genetisch gemodificeerde sojabonen’ en op een blik soep: ‘vervaardigd op basis van moderne biotechnologie’.

Bron: www.kennislink.nl

Onderzoek:

Vat je gegevens samen in een schematische tekening.

Bron: www.naturalis.nl