Stap 2

Opbouw van sociale zekerheid in Nederland
Al voor de Tweede Wereldoorlog werd er in Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten gesproken over sociale zekerheid. In 1942 maakte de Engelse econoom Sir William Beveridge plannen voor een systeem van sociale zekerheid in Engeland.

Na de Tweede Wereldoorlog was ook Nederland rijp voor sociale zekerheid-maatregelen. De herinneringen aan de crisis in de jaren dertig waren nog vers.
De werknemersverzekeringen zoals de Ongevallenwet uit 1921. (Uitkering bij een bedrijfsongeval.)
De Kinderbijslagwet voor Loontrekkenden uit 1941. Mensen in loondienst en kregen recht op kinderbijslag vanaf hun derde kind. Hadden ze één of twee kinderen, dan hadden ze geen recht op kinderbijslag.
De eerste volksverzekering werd in 1957 ingevoerd toen de Algemene Ouderdomswet (AOW) tot stand kwam. In 1966 maakte de Ongevallenwet plaats voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en die is inmiddels herdoopt tot Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).

Volksverzekeringen waren er nog niet. De eerste volksverzekering werd in 1957 ingevoerd toen de Algemene Ouderdomswet (AOW) tot stand kwam. Daarna kwamen er ook andere volksverzekeringen.

Verder zijn oude wetten voor sociale verzekeringen vervangen door nieuwe. In 1967 bijvoorbeeld maakte de Ongevallenwet plaats voor de Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO) en die is inmiddels herdoopt tot Wet Inkomen en Arbeid (WIA).

Vragen:

  1. Wat denk je, kreeg je in 1921 een uitkering als je thuis een ongeval kreeg en daardoor een tijdlang niet kon werken? Waarom wel of niet?
  2. Waarom was de Kinderbijslagwet voor Loontrekkenden geen volksverzekering?