In deze opdracht onderzoeken we het verschil tussen de participatiesamenleving en de verzorgingsstaat (aan de hand van twee concrete voorbeelden), wat er in de Troonrede over de participatiesamenleving werd gezegd en bij welke politieke stromingen beide begrippen het beste passen.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
Uitleggen wat de participatiesamenleving is en waar die term vandaan komt.
De verschillen tussen de verzorgingsstaat en de participatiesamenleving noemen en daar twee concrete voorbeelden van geven.
De drie belangrijkste politieke stromingen toelichten: het liberalisme, het socialisme en het confessionalisme en van elke politieke stroming enkele kenmerken noemen.
Uitleggen bij welke politieke stroming respectievelijk de verzorgingsstaat en de participatiesamenleving het beste passen.