Auto 1 rijdt met een snelheid van 50 km/uur.
De afstand die de auto aflegt, kun je berekenen
met de formule:
t (uur) | 1 | 2 | 3 | 4 |
A (km) | 50 | 100 | 150 | 200 |
Auto 2 rijdt met een snelheid van 75 km/uur.
De afstand die de auto aflegt, kun je berekenen
met de formule: afstand = 75 ∙ tijd
t (uur) | 1 | 2 | 3 | 4 |
A (km) | 75 | 150 | 225 | 300 |
In het assenstelsel zijn twee grafieken getekend.
De rode grafiek hoort bij auto 1. De blauwe grafiek hoort bij auto 2.