Tijdens deze leereenheid leer je meer over scheikundige processen in relatie tot voeding. Wat gebeurt er met de voeding bij conservering en wat kan het dier met de voeding.
Leerdoelen
Heeft kennis van de Weende-analyse.
Heeft kennis van de samenstelling ruwvoeders en enkelvoudige grondstoffen.
Weten hoe gras en mais moeten worden opgeslagen
Heeft kennis van de vertering bij productiedieren.
Heeft kennis van scheikunde in relatie tot veevoeding.
Succescriteria
Je kan 4 stappen beschrijven van de Weende-analyse kan uitvoeren.J
Je kan minimaal 4 ingrediƫnten benoemen van ruwvoeders.
Je kan 4 enkelvoudige grondstoffen benoemen.
Je legt uit hoe gras en mais worden opgeslagen.
Kan aangeven welke scheikundige processen een rol spelen bij een goede en minder goede opslag van voerdermiddelen.