Opdracht 4: Werkblad krachten

Les 4
 
Krachten meten

Je meet krachten met een krachtmeter. je hebt verschillende soorten krachtmeters.

Een krachtmeter die je bij het vak nask tegenkomt, bestaat uit een buis met daarin een veer.
Aan de veer zit een haakje om voorwerpen aan te hangen.
Bij het streepje dat je door de buis ziet, lees je de grootte van de kracht af.

De eenheid van kracht is newton. De afkorting van newton is N.

 

 

Bekijk het volgende filmpje over het meten van krachten.

Krachtmeters hebben een schaalverdeling in newton (N). Isaac Newton (1642-1727) onderzocht de rol van de zwaartekracht in het zonnestelsel. Hij ontdekte hoe de zwaartekracht afhangt van de massa.

Op aarde is er een eenvoudig verband tussen de zwaartekracht en de massa van een voorwerp.
-Op een voorwerp van 0,1 kg (100 g) werkt een kracht van 1 N.
-Op een voorwerp van 0,5 kg (500 g) werkt een kracht van 5 N.
-Op een voorwerp van 1,0 kg (1000 g) werkt een kracht van 10 N.
Om de zwaartekracht te vinden ( in N), moet je de massa ( in kg) vermenigvuldigen met 10. Je kunt deze rekenregel ook schrijven in letters:

Fz = m . g

Fz is de zwaartekracht
m is de massa van het voorwerp
g is de sterkte van de zwaartekracht

Stel een voorwerp is 55 kg. Bereken de zwaartekracht op het voorwerp.
Fz = m . g
Fz = 55. 10 = 550 N



Krachten tekenen

Je kunt krachten heel eenvoudig tekenen als pijlen.
Die pijlen worden vectoren genoemd. 1 pijl noem je dus een vector.
De richting geeft aan in welke richting de kracht werkt, het beginpunt geeft aan waar de kracht wordt uitgeoefend en de lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is.

 

Fv is de veerkracht
Fz is de zwaartekracht

Om aan te geven dat het om een kracht gaat, wordt bij de pijl een F gezet (van force=kracht)

Met een extra letter wordt aangegeven om welk type kracht het gaat.

Er is met de zwaartekracht iets bijzonders aan de hand.
Elk stukje voorwerp wordt door de aarde aangetrokken. Toch teken je hier niet allemaal piepkleine pijltjes voor. Je kunt ze door 1 grote pijl vervangen die middenin het voorwerp begint. Het massamiddelpunt. Daar ligt het zwaartepunt.
Die ene grote pijl vat het effect van de zwaartekracht samen.


Print het volgende werkblad uit en maak de opdrachten.

Gebruik bij het beantwoorden van de vragen de informatie van het meten en tekenen van krachten.

Werkblad krachten

De speerwerper werpt zijn speer zo ver mogelijk. Daarom gooit hij met een zo groot mogelijke kracht. Hij moet de speer ook in de juiste richting werpen. Verder is belangrijk dat hij de speer op het juiste punt vasthoudt.

 

Een kracht heeft