Op aarde zorgt de zwaartekracht ervoor dat alles wat omhoog gaat, ook weer naar beneden komt.
Maar als je sneller valt dan de zwaartekracht, komen er G-krachten in het spel.
Een paar G is leuk in de achtbaan, maar te veel G-krachten kunnen dodelijk zijn.
G-krachten in de achtbaan
De g-krachten op de passagiers en de karretjes zijn onder te verdelen in positieve, negatieve en zijwaartse g-krachten.
Positieve g-krachten ervaart men als het je in het treintje wordt gedrukt, negatieve g-krachten als het treintje bijvoorbeeld over een heuvel in het parcours gaat.
Laterale g-krachten voel je vaak in een bocht, je wordt dan naar links of rechts geduwd.
Als laatst heb je dan nog horizontale g-krachten, die voel je bij een onnatuurlijke versnelling, bijvoorbeeld als je vooruit wordt gesleurd door de voorkant van de trein terwijl je achteraan zit, een lancering, een onverwachte bocht in de baan, ... of als de achtbaantrein aan het einde van de rit wordt afgeremd door de remmen.
Voorbeelden van elementen die spelen met de g-krachten:
De eerste afdaling of first drop is de eerste grote val. Vaak recht en haast verticaal naar beneden, maar soms ook met een bocht of een spiraal (een helix).
De pre-drop is een kleine val die soms aanwezig is vóór de First Drop, bijvoorbeeld als de baan eerst nog een bocht maakt bovenaan de optakeling. Een voorbeeld van een achtbaan met een pre-drop is de Phyton in de Efteling.
Een helix, soms ook wel Bayern Kurve genoemd, is een schuin gezette bocht die naar beneden of boven loopt.
De camelback ("kamelenrug") of bunny hop is een grote hobbel die vaak volgt op de First Drop.