Persoonsvorm

De persoonsvorm vind je op twee belangrijke manieren:

1. Je verandert de zin van tijd: van tegenwoordige tijd naar verleden tijd of van verleden tijd naar tegenwoordige tijd. De persoonsvorm verandert dan.

2. Je verandert de zin van getal: van enkelvoud naar meervoud of van meervoud naar enkelvoud. De persoonsvorm verandert dan.

Je kunt de persoonsvorm ook vinden door dan de zin een vraagzin te maken. De persoonsvorm komt dan vooraan te staan. Deze regel geldt niet altijd: je kunt hem niet gebruiken als de zin al een vraagzin is of als de zin een samengestelde zin is.

 

 

Filmpje persoonsvorm https://www.youtube.com/watch?v=j2nLiDxUwiA

Oefenopdrachten persoonsvorm