Meewerkend voorwerp

Het meewerkend voorwerp vind je door de volgende vraag te stellen:

AAN of VOOR wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp

Als de woorden 'aan' of 'voor' echt ín de zin staan, noteer je ze. Anders hoef je het woord niet op te schrijven.

Let op:

  1. Bij een zin met een naamwoordelijk gezegde stel je de volgende vraag: AAN of VOOR wie of wat + naamwoordelijk gezegde + onderwerp.

Filmpje meewerkend voorwerp https://www.youtube.com/watch?v=3dnhCfY1KYw

Filmpje meewerkend voorwerp 2 https://www.youtube.com/watch?v=bSORSUgkP34

Oefenen meewerkend voorwerp 1

Oefenen meewerkend voorwerp 2

Oefenen meewerkend voorwerp 3

Oefenen meewerkend voorwerp 4