Een stukje theorie

We hebben al verschillende zinsdelen besproken:

Nu gaan we de bijvoeglijke bepaling (bvb) bespreken.

De bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel!

De bijvoeglijke bepaling noemt een bijzonderheid, een kenmerk of een eigenschap van een zelfstandig naamwoord (het kernwoord) in een zinsdeel.

Bijvoeglijke bepalingen zijn meestal bijvoeglijke naamwoorden of bezittelijke naamwoorden. Soms is het een zelfstandig naamwoord.

De bijvoeglijke bepaling kan voor het zelfstandig naamwoord staan, maar ook achter het zelfstandig naamwoord. Als het achter het zelfstandig naamwoord staat, begint het met een voorzetsel.

 

Het interessante artikel in de krant | moet | je | beslist | lezen.

Artikel is in het eerste zinsdeel (onderwerp) het kernwoord.

'interessante' en 'in de krant' zijn bijvoegelijke bepalingen bij artikel.

 

Stappenplan:

  1. Hak de zin in zinsdelen.
  2. Zoek in de zinsdelen de kernwoorden (= zelfstandig naamwoorden).
  3. Kijk bij elk zelfstandig naamwoord of er binnen het zinsdeel een bijvoeglijke bepaling voor of achter het woord staat.

Als je denkt, dat je de theorie snapt, kun je gaan oefenen.

Wil je je nog meer verdiepen in de theorie, kun je het filmpje bekijken. Hierin worden ook veel voorbeelden gegeven.

Onder 'Links' kun je nog meer filmpjes met uitleg vinden.

 

Hoe zat het ook alweer met de bijwoordelijke bepaling?