Introductie in de CE overige zoogdieren

“Overige zoogdieren”. Dat klinkt nogal breed, en deze CE is ook erg breed! Eigenlijk vallen er alle gehouden zoogdieren onder die niet onder de andere vier CE’s vallen (hond/kat, herpeten, vogels en vissen). Het behalen van deze CE is nodig om later in de beroepspraktijk met deze dieren te mogen werken. Dit is vastgelegd in het Besluit houders van dieren (een bedrijf dat handelt en/of fokt met dieren van deze CE, is vanaf 2020 verplicht iemand in dienst te hebben die in bezit is van dit certificaat).

Toetsing en beoordeling

Wat je allemaal moet kennen en kunnen voor deze CE is vastgelegd in landelijke kennis- en vaardigheidseisen. Om je certificaat te kunnen behalen, moet je een (centraal) kennisexamen behalen en moet je voldoende beoordeeld zijn voor de vaardigheidseisen.

Dit schooljaar (2018/2019) geldt dat je in ieder geval het kennisexamen moet behalen. Voor de beoordeling van de vaardigheidseisen, moet je een vaardigheidsexamen overige zoogdieren behalen.

Deze lessenserie “CE overige zoogdieren - Theorie” heeft als voornaamste doel je voor te bereiden op het kennisexamen, en daarnaast ook om de kennis aan te brengen die je nodig hebt voor het kunnen uitvoeren van de vaardigheden.

Hieronder vind je de landelijke kennis-eisen zoals die zijn vastgelegd in de examenmatrijs van de Groene Norm. Daaronder staat de complete lijst met diersoorten en rassen waarover deze CE gaat.

Examenmatrijs OZ 2018/2019

Soortenlijst OZ 2018/2019