Les 5 - Metrum

Theorie

Misschien is dit wel het moeilijkste deel van poëzieanalyse: het bepalen van het eventuele metrum van een gedicht. Wij hebben veel oefeningen beschikbaar gesteld, want bij dit onderdeel geldt: oefening baart kunst. Raak niet gestresst als je het scanderen (het bepalen van een metrum) in het begin moeilijk vindt. Voor dit onderdeel moet je je inschrijven voor de theorieles, dat kan hier.

Je kunt het beste beginnen met het doorlezen van onderstaande begrippen. Het is handig om daarna de theorie door te lezen op bladzijde 294 van je boek (Dautzenberg). Vervolgens ga je, met behulp van het stappenplan scanderen, oefening 110.1 t/m 110.3 maken op bladzijde 69-71 van je werkboek.

Metrum/versmaat
Het metrum of de versmaat is de regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen. Je kunt een metrum in gedichten vergelijken met het ritme in liedjes.

Antimetrie
Wanneer er een 'foutje' in het metrum zit (als het metrum dus op een bepaald punt niet klopt), spreken we van een antimetrie.


Versvoeten
Combinaties van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen.

V —   onbeklemtoond, beklemtoond

— V   beklemtoond, onbeklemtoond

V V —   onbeklemtoond, onbeklemtoond, beklemtoond

— V V   beklemtoond, onbeklemtoond, onbeklemtoond

V — V   onbeklemtoond, beklemtoond, onbeklemtoond


Scanderen
Het verdelen van de regels van een gedicht in versvoeten door middel van boogjes, streepjes en schuine strepen.

Elisie
Wanneer een metrum niet helemaal klopt, wordt een lettergreep soms ingekort door een deel van het woord weg te laten. Voorbeelden van elisie:
het --> 't
ik   --> 'k
kinderen --> kindren

Epenthesis
Wanneer een metrum niet helemaal klopt, wordt soms een lettergreep toegevoegd om het metrum wel kloppend te maken. Voorbeelden van epenthesis:
melk --> melluk
volk --> volluk
twaalf --> twaluf