Je kiest minimaal 4 belangrijke gebeurtenissen (uit elk tijdvak 1)! Je vertelt in minimaal 4 zinnen wat er toen precies gebeurd is en welke invloed de gebeurtenis heeft gehad op het heden (heden = nu). Je gaat de opdracht op papier maken. Je mag kleine tekeningen bij de gebeurtenissen maken, zorg wel dat je genoeg ruimte overhoudt om te schrijven.
Eisen opdracht 2:
Tips opdracht 2:
Beoordeling opdracht 2:
|
Onvoldoende |
Voldoende |
Goed |
Je hebt minimaal 4 belangrijke gebeurtenissen gekozen, uit elk tijdvak 1. |
Je hebt minder dan 4 gebeurtenissen gekozen EN/OF je mist een tijdvak. |
Je hebt precies 4 gebeurtenissen gekozen, uit elk tijdvak 1. |
Je hebt meer dan 4 gebeurtenissen gekozen, uit elk tijdvak 1 of meer. |
Je schrijft in minimaal 4 zinnen wat er toen precies gebeurd is en welke invloed dat heeft op het heden (heden = nu).
|
Je hebt minder dan 4 zinnen geschreven EN/OF je hebt niet precies vertelt wat er is gebeurd EN/OF je hebt niet verteld welke invloed de gebeurtenis heeft gehad op het heden (heden = nu). |
Je 4 zinnen geschreven EN je hebt verteld wat er toen precies gebeurd is EN welke invloed dat heeft op het heden (heden = nu). |
Je meer dan 4 zinnen geschreven EN je hebt verteld wat er toen precies gebeurd is EN welke invloed dat heeft op het heden (heden = nu). |
Je geeft per gebeurtenis aan bij welk tijdvak deze gebeurtenis hoort. |
Je bent meerdere vergeten:
|
Je bent een vergeten:
|
Je hebt alle drie duidelijk aangegeven:
|