Je gaat nu eerst de percentages berekenen in Excel. Eerst ga je oefenen en vervolgens ga je met jullie eigen verzamelde data aan de slag. Doe de opdrachten in Excel individueel, maar help elkaar wel.
> Open het Excelbestand Procenten.xlsx. Zorg dat blad 1 voor staat.
Op het werkblad staat alleen een titel.
> Vul in cel A3 het getal 0,3 in en zorg dat cel A3 geselecteerd is. In het midden van de werkbalk zie je een selectievak. De selectie staat waarschijnlijk op ‘Standaard’.
> Verander de selectie in ‘Percentage’. Kijk hoe het getal 0,3 verandert in een percentage.
> Verander eventueel het aantal cijfers achter de komma. Gebruik daarvoor de knoppen:
> Tik in cel A4 in: =7/10 > Verander ook voor cel A4 de selectie in ‘Percentage’. Wat komt er in het vak te staan?
> Tik nu in cel A6 het getal 5 in. In cel B6 tik je de tekst ‘van de’. In cel C6 komt het getal 12 en in cel D6 de tekst ‘is’.
> Tik in cel E6 de formule ‘=A6/C6’ in. Zorg dat je een percentage krijgt te zien. Zorg voor geen cijfers achter de komma.
Laat rij 7, 8 en 9 wit.
>Begin in cel A10 met het schrijven van de antwoorden die op jullie vraag zijn gegeven. Tik dus in A10 het eerse antwoord, in A11 het tweede antwoord, enz.
> Zorg ervoor dat je in de kolom ernaast het percentage krijgt te zien van hoe vaak dat antwoord is gegeven.
Tip: gebruik hiervoor het aanal keer dat dat antwoord is gegeven en het totaal aantal antwoorden dat zijn gegeven.
Hebben jullie allemaal dezelfde uitkomsten?