Je gaat een betoog schrijven. Bij Nederlands hebben je geleerd om een betoog mondeling te houden. Net als bij het debateren ga jij je verdiepen in een onderwerp. Vervolgens neem je een standpunt in. Je komt met voor en tegen argumenten. De tegen argumenten ga je weerleggen. Je betoog gaat over een onderwerp wat te maken heeft met rechten, plichten, omgangsvorming, normingen. Denk aan euthanasie of arbortus.