Socialisatie is het overdragen van cultuur. Alles wat men aan en van elkaar leert is cultuur. Vaak hebben mensen in een omgeving een soortgelijke cultuur, maar dit hoeft niet altijd. Zonder dat je het weet kan je bij meerdere culturen tegelijk horen. Zo heb je bijvoorbeeld de dominante cultuur, dat is de cultuur die de meeste mensen heeft in een omgeving. Ook heb je bijvoorbeeld subculturen waartoe je behoort. Voorbeelden van subculturen zijn: hippies, skaters en skinheads.
Socialisatie is dus zogezegd het overdragen van cultuur. Socialisatie kan plaatsvinden op drie terreinen.
Alle gebeurtenissen en gewoonten die jij hebt meegemaakt, maken je de persoon die jij heden ten dage bent. Dit is je identiteit. Een persoon die in een andere land is opgegroeid en dus ook andere dingen heeft meegemaakt dan jij, heeft dus een andere identiteit.
Identiteit kan je ook weer onderverdelen in een aantal subgroepen, zo heb je bijvoorbeeld ook geslachtsidentiteit (tot welk geslacht je behoort) en nationale identiteit (tot welke land of gebied jij je het meest betrokken bij voelt).
Iedereen heeft een talent, de één is goed in voetballen en de ander in wiskunde. Vaak zeggen ze dan dat dit aangeboren (nature) is. Deze nature-aanhangers, leggen hier vooral de nadruk op.
Tegenover de nature-aanhangers staan de nurture-aanhangers. Zij stellen dat je de belangrijkste dingen aanleert of afleert. Zij zeggen dat je pas een goede voetballer wordt als je op voetbal gaat, en dat je pas écht goed in wiskunde wordt als je naar school gaat.