De regeringsleiders in Versailles moesten een balans vinden tussen vergelding voor de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog en hoop op een betere wereld. De overwonnen landen werden verplicht om elk afzonderlijk een vredesverdrag te ondertekenen, waarin verschillende bepalingen opgelegd werden. Elementen die vaak terugkwamen waren
Voorbeeld 1: Verdrag van Saint-Germain 1919: Oostenrijk-Hongarije
Voorbeeld 2: Verdrag van Versailles 1919 Duitsland
Het Verdrag met Duitsland, “Het Verdrag van Versailles”, was het belangrijkste verdrag. Duitsland kreeg “de volledige verantwoordelijkheid” voor het uitbreken van WO I.
Belangrijkste bepalingen
Kolonies in Afrika
Duitsland verloor alle koloniale gebieden. Ze werden door de Volkenbond als mandaatgebieden aan de geallieerden toegewezen.
bv.
Rwanda en Burundi (België)
Kameroen (Fr / GB)
Europa (Bron 3 en 4)
Duitsland verloor ca 10% grondgebied
Noorden
Sleeswijk-Holstein gaat naar Denemarken
Herstelbetalingen
Het moest een gigantisch bedrag als schadevergoeding betalen. In 1921 werd het bedrag vastgelegd op 132 miljard goudmark (ca. 47miljoen kilo goud), te betalen in 66 jaarlijkse termijnen, voornamelijk aan Frankrijk, België en Groot-Brittannië. Er werd niet enkel kapitaal gevraagd: ook productiemiddelen als schepen, tractoren, kolen, enz. werden opgeëist.
De Duitse economie zou een enorme inspanning moeten leveren om de herstelbetalingen na te komen.
Beperking militaire macht
Gevoelige inkrimping militaire capaciteiten
Het gebied ten Oosten van de Rijn werd een gedemilitariseerde zone: het werd bezet door de geallieerden en de Duitsers mochten er geen militaire activiteiten ontplooien