Na de wapenstilstand startte in januari 1919 de Vredesconferentie van Parijs. Dertig landen namen deel aan de gesprekken. Belangrijkste onderhandelaars waren de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië. Duitsland mocht niet deelnemen. Rusland, dat door de Russische revolutie een “communistisch” regime had gekregen, werd eveneens geweerd: de geallieerden namen het de Russen ook nog steeds kwalijk dat ze hen in de steek hadden gelaten door tijdens WO I een afzonderlijke vrede te sluiten met de Duitsers (Vrede van Brest-Litovsk). 2 grootmachten waren dus afwezig en hadden geen enkele inspraak.