Wat is wat? lijst met afkortingen

Afkortingenlijst binnen de opleiding Financiƫle Beroepen
BA = Bedrijfsadministratie / Bedrijfsadministrateur
BBL = Beroepsbegeleidende leerweg (deeltijd onderwijs
BOL = Beroepsopleidende leerweg (volletijds onderwijs)
BPV = Beroepspraktijkvorming (stage)
BSA = Bijzondere schoolse activiteit
Bur = Burgerschap
DVC = Da Vinci College
DUO = Dienst uitvoering onderwijs
(E)KBA = (Elementaire) Kennis Bedrijfsadministratie
(E)KBE = (Elementaire) Kennis Bedrijfseconomie
EKPR = Elementaire kennis Procedure en Recht
Eng = Engels
FAM = Financieel administratief medewerker
FR = Financieel rekenen
HKE = Herkansing kennisexamen
ICT = Informatie en communicatie technologie
KE = Kennisexamen
KE-1 = Kennisexamen Elemenaire kennis Bedrijfsadministatie
KE-2 = Kennisexamen Elementaire kennis Bedrijfseconomie
KE-4 = Kennisexamen Elementaire kennis Procedure en Recht
KE-3 = Kennisexamen Rekenvaardigheid voor financiele toepassingen
K1W1 = Kerntaak 1 , werkproces 1
KT-1 = Kerntaak 1: Controleert en bewerkt dagboeken
KT-2 = Kerntaak 2: Verricht activiteiten voor het debiteuren- en crediteurenbeheer
KT-3 = Kerntaak 3:  Controleert en bewerkt kwantiteitenadministraties
B1K1 = Basisprofiel kerntaak 1
B1K2 = Basisprofiel kerntaak 2
B1K3 = Basisprofiel kerntaak 3
LLB = Leren loopbaan en Burgerschap
Ned = Nederlands
P2K1 = Profiel 2 Kerntaak 1
RVFT = Rekenvaardigheid voor financiƫle toepassingen
Sim = Simulatie
SPVH = Spreadsheetvaardigheden
Stat = Statistiek
SLB = Studie loopbaan begeleiding
TW = Toetsweek
VE = Vaardigheidsexamen
VE-1 = Vaardigheidsexamen Spreadsheetvaardigheden
WP = Werkproces
ZTW = Zelfstandig werken