De signaalwoorden en tekstverbanden in onderstaand schema kan je gebruiken bij de oefeningen en opdrachten.
Tekstverband |
Uitleg |
Signaalwoorden (dit zijn voorbeelden, er zijn nog meer signaalwoorden per verband) |
Voorbeeld |
Opsomming |
Verschillende dingen worden achter elkaar opgenoemd. |
Ook, en, bovendien, ten eerste, ten tweede, daarnaast, tot slot |
We hebben Jan de Ried aangenomen vanwege zijn kennis van de markt. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als leidinggevende. |
Chronologisch (tijd) |
In de juiste tijdsvolgorde. |
Eerst, daarna, toen, vroeger, nu, later |
We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein. |
Tegenstelling |
Er wordt iets gezegd en daarna wordt het tegenovergestelde beweerd. |
Maar, echter, toch, daarentegen, hoewel |
Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over. |
Oorzaak-gevolg |
Er is een uitspraak die een oorzaak bevat. Daarna wordt het gevolg genoemd. |
Doordat, waardoor, daardoor, omdat, want |
Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op de receptie. |
Voorbeeld geven |
In een tekst staat een uitspraak of een bewering. Daarna volgen een of meer voorbeelden. |
Zo, zoals, bijvoorbeeld, neem nou |
De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Lex. Hij gaat altijd voor een 5,5. |
Reden/verklaring |
Er wordt een reden of verklaring voor iets gegeven. |
Daarom, want, omdat, dus, immers, namelijk |
Hij was te laat op school, want hij had een lekke band gekregen. |
Vergelijking |
Er worden twee of meer dingen met elkaar vergeleken. |
Net als, vergeleken met, zoals, hetzelfde |
In Nederland zijn de snelwegen overvol. (= uitspraak) Hetzelfde zie je in alle landen van West-Europa. (= vergelijking) |
Samenvatting |
Het belangrijkste van de tekst wordt aan het eind nog eens samengevat. |
Kortom, samengevat, al met al, dus |
Al met al ben ik zwaar teleurgesteld. |