Watertransport via celwand en membranen
Uit het feit dat kiemplantjes veel water nodig hebben en paddenstoelen juist bij vochtig weer verschijnen, kun je afleiden dat bij celgroei het transport van water belangrijk is. Hoe komt het dat planten onder bepaalde omstandigheden veel water opnemen?
Om een plantencel in of uit te komen moet het water een celwand en een celmembraan passeren.
Wat zijn de eigenschappen van deze twee laagjes?
Opdracht 1 Celwand en celmembraan
Lees de volgende onderdelen in de kennisbank:
KB: Celmembraan
KB: Fosfolipidenlaag met eiwitten
KB: Celwand in bacteriën, schimmels en planten
Neem de tabel over en vul de onderstaande woorden op de juiste plaats in.
cellulose - fosfolipiden - alle cellen - niet selectief - selectief - planten, schimmels, bacteriën
celwand | celmembraan | |
komt voor bij | ... | ... |
bestaat uit | ... | ... |
transport | ... | ... |
Het celmembraan heeft veel invloed op de snelheid waarmee een molecuul wordt uitgewisseld tussen de cel en zijn omgeving.
Daarbij spelen een twee soorten moleculen een rol:
Opdracht 2 Eiwitten in de membraan
Bekijk de volgende animatie: Membraan - www.bioplek.org
Opdracht 3 Fosfolipiden in de membraan
Bekijk het filmpje over de celmembraan:
Beantwoord de volgende vragen:
Opdracht 4 Fosfolipiden en water
In het volgende filmpje zie je een watermolecuul op z’n weg via de membraan. Het watermolecuul is vergroot.
Bekijk de beweging van een watermolecuul:
Beantwoord de volgende vragen: