Doel arrangement
Dit arrangement is gemaakt voor leerlingen uit havo 4, maar is daarnaast ook goed te gebruiken voor mbo niveau 4 studenten. In dit leerarrangement worden alle brieven die leerlingen moeten kunnen schrijven aan het eind van hun havo-opleiding behandeld. Ze zijn bezig met het volgende:
Referentiekader 3f:
- Correspondentie:
Kan adequate brieven en e-mails schrijven, gevoelens genuanceerd uitdrukken en een standpunt
beargumenteren.
- Afstemming op publiek:
Kan schrijven voor zowel publiek uit de eigen omgeving als voor een algemeen lezerspubliek (bv. instanties,
media). Past register consequent toe: taalgebruik past binnen de gegeven situatie en is consistent in toon, doel
en genre.
- Woordgebruik en woordenschat:
Brengt variatie in woordgebruik aan om herhaling te voorkomen. Woordkeuze is meestal adequaat, er wordt
slechts een enkele fout gemaakt.
Uitleg opbouw arrangement
Op de introductiepagina wordt aan de leerlingen uitgelegd hoe ze dit arrangement moeten gebruiken. Het leerarrangement begint met een 0-meting waarin wordt getest of de leerlingen de vaste briefindeling kennen. Als ze dit kennen dan kunnen ze het eerste hoofdstuk hierover overslaan, anders beginnen ze met dit hoofdstuk. Dit arrangement is opgebouwd uit vier hoofdstukken.
Hoofdstuk 1
Het eerste gaat dus over de vaste briefindeling. De leerlingen krijgen eerst uitleg door middel van een filmpje en daarna kunnnen ze opdrachten maken, die ze zelf kunnen nakijken. Als ze alle opdrachten hebben gemaakt en denken dat ze de briefindeling begrijpen dan kunnen ze de test maken. Als ze deze test succesvol afronden dan kunnen ze verder naar het volgende hoofdstuk. Als ze de test niet succesvol afronden, dan kunnen ze extra opdrachten maken om verder te oefenen met de briefindeling.
Hoofdstuk 2
Het tweede hoofdstuk gaat over informatieve brieven. De leerlingen leren om informatie te vragen en geven met brieven. Dit is de meest simpele vorm van formele brieven en daarom begint het arrangement hiermee. Ook in dit hoofdstuk kunnen de leerlingen eerst uitleg krijgen en daarna opdrachten maken. Deze opdrachten bestaan voornamelijk uit het zelf schrijven van brieven. Deze brieven leveren de leerlingen dus in en dan geeft de docent feedback. Bij sommige opdrachten wordt gevraagd om eerst feedback aan een medestudent te vragen, deze feedback moeten ze ook inleveren. Nadat alle opdrachten zijn gemaakt geeft de docent aan of de leerling de stof goed genoeg begrijpt of dat het nodig is om ook de extra opdrachten te maken.
Hoofdstuk 3
Het derde hoofdstuk gaat over sollicitatiebrieven, cv's en motivatiebrieven. Ook hier wordt voor elk onderdeel eerst uitleg gegeven en volgen daarna de opdrachten. De leerlingen hebben een grote keuzevrijheid bij deze opdrachten. Ook hierbij geldt weer dat ze opdrachten inleveren en dat ze er feedback op krijgen. De docent kan dan aangeven of de leerling het goed genoeg kan of dat hij nog meer moet oefenen met een andere situatie of dat hij zijn cv nog moet aanpassen.
Hoofdstuk 4
Het vierde hoofstuk gaat over het schrijven van klachtenbrieven. Ook hierbij wordt weer eerst uitleg gegeven en volgen daarna opdrachten. Deze opdrachten worden weer ingeleverd en de docent geeft aan of de leerling goed genoeg een klachtenbrief kan schrijven of dat hij nog extra opdrachten moet maken.
Formuleerhulp
Na deze vier hoofdstukken volgt nog een kopje formuleerhulp. Hier kunnen leerlingen links vinden naar websites met uitleg en oefenen over spelling en stijl en naar websites die ze helpen met woorden schrijven. Daarnaast staat er uitleg over begin- en slotzinnen met voorbeelden en staan er tips over de formulering in het algemeen.
Toets
Als een leerling alle hoofdstukken heeft doorlopen en denkt dat hij alles goed genoeg kan, dan is het de bedoeling dat hij bij zijn docent een toets kan aanvragen. Of deze toets op papier of digitaal wordt gemaakt, is afhankelijk van de school. Deze toets kan een sollicitatiebrief, motivatiebrief of klachtenbrief zijn. Een havo-leerling moet een van deze brieven aftoetsen en voor de rest moet er bewijs zijn dat het is geoefend. De ingeleverde brieven zijn dan dus het bewijs. Mij lijkt het het beste om verschillende versies te maken van de drie brieven en dan deze te rouleren, zodat elke leerling een ander brief krijgt.