Blancheren is een veelgebruikte manier om producten (beet)gaar te maken. Hierbij gebruik je een ruime hoeveelheid water, ongeveer tien keer zoveel water als het te blancheren product. Dit water breng je aan de kook. Zodra het water kookt, dompel je het gewassen product in één keer in het kokende water.
Hoelang dit duurt, is moeilijk in tijd uit te drukken. Dat verschilt per product. Controleer de gaarheid door een stukje te proeven en erin te bijten. Voel je een lichte weerstand bij het bijten, dan is het product beetgaar. Hoe gaarder het product, des te makkelijker kun je erin bijten.
Zodra het product beetgaar is, giet je het product met het kookwater door een vergiet of zeef of schep je het product uit de pan met een schuimspaan. Daarna stop je het garen door het product direct in (ijs)water te dompelen. Als je het garingsproces niet stopt door koelen, dan gaart het product nog na. Bij gebruik is het dan niet meer beetgaar. Spreid geblancheerde producten uit om verder af te koelen.
Waar moet je op letten:
Waarom blancheer je producten?