Evaluatie
1. Mijn persoonlijke doel/niveau
Kern en subkernen |
Beheersingsniveaus |
|||
1 |
2 |
3 |
4 |
|
Techniek:
|
Je weet en voert de techniek basaal uit om een voor jou zo optimaal mogelijke beweging te krijgen.
|
Je voert de techniek redelijk uit om voor jou een zo optimaal mogelijke beweging te krijgen. |
Je beheerst de techniek om een voor jou zo optimaal mogelijke beweging te krijgen.
|
Je beheerst de techniek perfect en krijgt een voor jou optimale beweging |
Speerwerpen |
De heren werpen de speer minimaal 11 meter en de dames 9 meter
|
De heren werpen de speer minimaal 14 meter en de dames 12 meter
|
De heren werpen de speer minimaal 17 meter en de dames 15 meter
|
De heren werpen de speer minimaal 20 meter en de dames 18 meter
|
Vortex werpen |
De heren werpen de vortex minimaal 24 meter en de dames 19 meter |
De heren werpen de vortex minimaal 32 meter en de dames 26 meter |
De heren werpen de vortex minimaal 40 meter en de dames 33 meter |
De heren werpen de vortex minimaal 48 meter en de dames 40 meter |
2. Techniek
Ik werp de speer en de vortex goed en maak me niet klein na dat ik heb gegooid. ik haal het streef niveau van de lengte die je moet werpen.
3. Resultaat
Ik heb verder een halve meter verder gegooid als vorig jaar.
4. Reflectie
Geef jezelf een TIP en een TOP.
Tip | Top |
Betere aanloop voor ik gooi | ik maak me zelf niet klein naar het het gooien |