Evaluatie
1. Mijn persoonlijke doel/niveau
Kern en subkernen |
Beheersingsniveaus |
|||
1 |
2 |
3 |
4 |
|
Trampoline
|
Je kunt na 3 keer springen uit stand, met hulp streksprong op de kast springen. |
Je kunt met aanloop en hulp streksprong op de kast springen.
|
Je kunt met aanloop, zonder hulp streksprong op de kast springen
|
Je kunt streksprong over de kast springen |
Trampoline
|
Je kunt uit stand over de kast wenden. |
Je kunt met aanloop over de kast wenden. |
Je kunt met aanloop over de kast wenden waarbij je benen gestrekt zijn. |
Je kunt met aanloop over de lengte van de kast een arabier maken. |
Trampoline
verhoogd vlak |
Je kunt een koprol maken op een verhoogd schuin vlak |
Je kunt met aanloop koprol maken op een verhoogd schuin vlak. |
Je kunt met aanloop een salto maken op een verhoogd schuin vlak, waarbij je landt op je billen |
Je kunt met aanloop een salto maken waarbij je landt op je voeten. |
2. Wat heb ik gedaan
Welke oefeningen / technieken / trucjes zijn er tijdens de les behandeld?
3. Resultaat
Dit kan, naast onderstaande reflectie, bijvoorbeeld een evaluatieformulier of een filmpje zijn. Dit filmpje hoeft niet perse in de les LO te zijn opgenomen
4. Reflectie
Geef jezelf een TIP en een TOP.
Tip | Top |