Evaluatie
1. Mijn persoonlijke doel/niveau
Kern en subkernen |
Beheersingsniveaus |
|||
1 |
2 |
3 |
4 |
|
Trampoline
|
Je kunt na 3 keer springen uit stand, met hulp streksprong op de kast springen. |
Je kunt met aanloop en hulp streksprong op de kast springen.
|
Je kunt met aanloop, zonder hulp streksprong op de kast springen
|
Je kunt streksprong over de kast springen |
Trampoline
|
Je kunt uit stand over de kast wenden. |
Je kunt met aanloop over de kast wenden. |
Je kunt met aanloop over de kast wenden waarbij je benen gestrekt zijn. |
Je kunt met aanloop over de lengte van de kast een arabier maken. |
Trampoline
verhoogd vlak |
Je kunt een koprol maken op een verhoogd schuin vlak |
Je kunt met aanloop koprol maken op een verhoogd schuin vlak. |
Je kunt met aanloop een salto maken op een verhoogd schuin vlak, waarbij je landt op je billen |
Je kunt met aanloop een salto maken waarbij je landt op je voeten. |
2. Wat heb ik gedaan
Trampoline kast:
Wat ik de afgeopen weken tijdens de lessen heb gedaan is :
Een streksprong op en over de kast
Een wend sprong over de kast
Trampoline verhoogdvlak:
in de eerste lessen deden we skatersprong, streksprong en de basis sprongen.
Daarna gingen we kopperollen maken dit ging bij mij goed. Al snel mocht ik een salto proberen dit ging minder goed als thuis op de trampoline maar ging wel oké. Ik had het verhoogdevlak minder hoog verwacht dus sprong ik een paar keer verkeerd waardoor ik verkeerd lande.
3. Resultaat
4. Reflectie
Tip | Top |
Trampoline kast: |
Trampoline kast: |