Stap 3

Emigratie vanuit Nederland en Duitsland
Kijk naar de film “Emigratie vroeger en nu” van SchoolTV.

 

Niet alle Nederlandse emigranten konden het echter rooien in hun land van bestemming. Ze hadden moeite om zich aan te passen aan de gewoonten van dat land of slaagden er niet in om nieuw bestaan op te bouwen. Daarop besloten ze terug te keren naar Nederland. We noemen dit remigratie.

Vragen:

  1. Waarom ging ongeveer 50 jaar geleden één op de twintig Nederlanders weg uit Nederland?
  2. Noem drie landen waar Nederlandse emigranten toen naartoe verhuisden.
  3. Waarom lieten de landen van bestemming die in de film worden genoemd graag Nederlandse emigranten toe?

Ook Duitsland kende in de jaren ’50 een grote uittocht van emigranten. Zij gingen vooral naar de Verenigde Staten, Australië en Canada. Duitse emigranten vertrokken vanwege allerlei redenen. Duitsland had te kampen met enorme verwoestingen als gevolg van de Tweede Wereldoorlog, de economische vooruitzichten waren niet goed en het land had met allerlei beperkingen te maken die de Geallieerden (de tegenstanders van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog) hadden ingesteld.

Zo werd allerlei wetenschappelijk onderzoek verboden, een verbod dat in 1955 weer werd opgeheven. De Verenigde Staten, Canada en Australië moedigden Duitse emigranten aan om er zich te vestigen en te werken.
In de late jaren ’50 en in de jaren ’60 trok de Duitse economie aan, waardoor meer mensen werk vonden en de welvaart steeg. Dat én het feit dat de Verenigde Staten minder migranten toeliet, zorgde voor een daling van de Duitse emigratiecijfers. Ook naar Canada en Australië verhuisden minder Duitsers.

Vragen:

  1. Noem een reden die Duitsers wel en Nederlanders niet hadden om te emigreren.
  2. In deze stap zijn meer redenen genoemd waarom Nederlanders en Duitsers uit hun land zijn weggegaan. Welke redenen zijn aantrekkingsfactoren en welke afstotingsfactoren?