Een kind is een dreumes als hij tussen de 1 en 2 jaar oud is. Hiervoor is het kind baby en aansluitend ontwikkeld het kind zich van dreumes naar peuter. Bij de ontwikkling van een dreumes word de basis gelegd van de ontwikkeling voor een peuter. Vanaf je 2e tot je 4e jaar ben je peuter. De basis van de ontwikkelingen word in die levensjaren uitgebreid en verfijnd. Dreumes word tegenwoordig niet vaak meer genoemd. Na baby zijn word er gesproken over peuter.
De ontwikkeling
In het tweede levensjaar van een dreumes leert het kind voornamelijk lopen en praten. Dit zijn de twee belangrijkste vaardigheden. Het kind kan door deze vaardigheden steeds meer zelfstandig op onderzoek uitgaan. Ze ontdekken dat ze hun eigen persoon zijn.
Lichamelijke ontwikkeling
De lichamelijke ontwikkeling van het kind gaat niet meer zo snel als toen het nog een baby was. Er zijn verschillende lichamelijke ontwikkelingen die hieronder verder toegelicht worden.
Groei
Na het eerste levensjaar van het kind is de snelste groei geweest. Als dreumes groeit hij nog ongeveer 12 centimeter. Als je kijkt naar het gewicht komt er nog ongeveer 3 kilo bij in dit jaar. Dreumesen gaan een stuk minder eten. Zowel lengte als gewicht verschilt natuurlijk per kind.
Motoriek
Op het gebied van beweging en motoriek leert het kind heel veel in dit jaar. Wanneer het kind wat leert, is niet precies te voorspellen. Sommige kinderen kunnen bijvoorbeeld al los lopen wanneer ze 13 maanden oud zijn, andere kinderen doen dat pas met anderhalf jaar. In ieder geval begint het kind rond 12 maanden met langs een tafel of stoelen lopen. Als hij zichzelf genoeg vertrouwt, dan durft hij misschien ook al een paar stapjes los te zetten.
Gecontroleerd
Hoe snel of langzaam het kind zich ook ontwikkelt, zijn bewegingen worden in ieder geval steeds gecontroleerder en beter op elkaar afgestemd. Hij kan steeds beter rennen, klimmen, schoppen, gooien en traplopen. Ook kan het kind zijn evenwicht steeds beter bewaren. Daarnaast wordt zijn fijne motoriek steeds beter: hij kan kleine voorwerpen tussen duim en wijsvinger pakken, blokken stapelen en vormen in het juiste gaatje passen. Het kind krijgt veel meer mogelijkheden om zelf op onderzoek uit te gaan. Dat zorgt ook weer voor een impuls voor zijn ontwikkeling op andere gebieden.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Het kind komt er langzaam achter dat het geen eenheid met de ouder is, maar dat het kind een eigen persoon is. Vanaf dat moment zit het kind in de peuterpuberteit.
Een eigen persoon
Nu de dreumes zichzelf voort kan bewegen zonder hulp van de ouder, begint het kind zich te realiseren dat hij een eigen persoon is. Hij wil dingen zelf doen en zonder zijn of haar ouder op onderzoek uit gaan. Rond anderhalf jaar ontwikkelt het kind een ‘eigen willetje’. Als je het kind iets vraagt, zal hij daar vaak met ‘nee’ op antwoorden. Dit kan een enorme driftbui veroorzaken als iets niet zo gaat als wat het kind dan graag wil. Krijsend kan hij dan op de grond gaan liggen, of hij schopt en slaat tegen alles wat op zijn pad komt.
Nieuwsgierigheid
Een dreumes is de hele dag in beweging: hij gaat overal op af. Zodra hij kan lopen en kruipen komt er veel meer binnen zijn bereik, en dat wil hij graag vastpakken. Hij is nieuwsgierig. Geef het kind daarom de kans om zo veel mogelijk te ontdekken: daar leert hij van wat zwaar is, wat licht is, wat warm is en wat koud is bijvoorbeeld. Houd zelf de veiligheid van het kind in de gaten. Want gevaren en risico’s kan hij nog niet overzien. De box kan een goede plek zijn om hem even rustig en veilig te laten spelen. Maar de kans is groot dat hij daar niet meer in wil.
Scheidingsangst
Tegelijk met zijn ontdekking dat hij zijn eigen persoon is, kan het kind de ouder ook erg missen als je niet in de buurt bent. Hij wil de wereld ontdekken, maar tegelijk wil hij weten dat jij er bent. Daarom kan hij soms bang worden. Hij is dan bang dat jij nooit meer terugkomt, of dat hij de warmte en de veiligheid verliest waar hij nog steeds behoefte aan heeft. Dat verklaart waarom je peuter misschien moeite heeft om te gaan slapen: hij wil dat je bij hem blijft totdat hij slaapt. In dit jaar leert hij dat jij er nog steeds bent als je de kamer uitgaat. En dat je er nog steeds bent als hij de volgende ochtend wakker wordt.
Naast andere kinderen spelen
Het kind is nog te jong om met andere dreumesen samen te spelen. Maar ze spelen wel naast elkaar. En je zult vaak zien dat ze elkaar nadoen. Bovendien pakt je dreumes graag het speeltje van een ander af. Dat is dan zijn manier van contact maken. Hij kan zich nog niet inleven in de gevoelens van een ander kind. Hij begrijpt dus niet dat een ander kind kan gaan huilen als hij een speeltje afpakt.
De cognitieve ontwikkeling van je dreumes
De dreumes begint nu langzaam een beetje te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Zijn nieuwsgierigheid zorgt voor nieuwe indrukken, die zijn cognitieve ontwikkeling stimuleren. Denk hierbij aan het denken van het kind.
Opdrachtjes begrijpen
Je dreumes leert simpele opdrachtjes begrijpen. Je kunt hem vragen om iets voor je te doen. Bijvoorbeeld een bal pakken en naar je toe brengen, of het geluid van een poesje nadoen. Hij kan zijn sokken uittrekken en plaatjes in een prentenboekje aanwijzen. Hij leert daarmee ook dat zijn acties een gevolg hebben. Het kind gebruikt de dingen waar ze voor bedoeld zijn. Met een kam kamt hij het haar van een pop, een autootje is om mee te rijden.
Gehoorzamen
Tot een jaar of 2 kun je van je dreumes nog niet eisen dat hij altijd naar je luistert. Als hij iets doet wat niet mag, dan zeg jij dat dat niet mag. Hij zal er dan meestal wel mee stoppen. Maar zodra jij je omdraait of wegloopt, doet hij het opnieuw. Hij snapt nog niet dat het verbod nog steeds geldt, ook als jij de kamer uit bent. Dat leert hij pas na zijn tweede verjaardag.
Omgeving
Doordat zijn motoriek steeds beter wordt, gaat je dreumes nu steeds vaker op onderzoek uit. Door al zijn zintuigen te gebruiken leert hij zijn omgeving steeds beter kennen. Hij leert steeds meer verschillen kennen tussen kleuren, geuren, geluiden en materialen.
Creativiteit
Ergens in zijn tweede levensjaar ontdekt het kind dat hij een potlood kan vasthouden en dat hij daarmee kan tekenen. In het begin zal hij alleen maar krassen. Daarmee wil hij geen tekening maken, maar het is een bewegingsspelletje. Hij vindt het leuk om met het potlood te bewegen en kijken hoe er een streep op het papier achterblijft. Het echte tekenen komt pas als hij een peuter is.
Jongetje van nog geen 2 jaar trekt zijn jas zelf aan.
Dit is een voorbeeld van zelfstandig een jas aantrekken. Het zijn de dagelijkse handelingen waarbij je onbewust bezig bent met je ontwikkeling.
Hoe kun je de ontwikkeling van het kind in zijn tweede levensjaar stimuleren?
Hieronder lees je een paar tips voor de lichamelijke en cognitieve ontwikkeling:
Houd het kind bij zijn armen vast en laat hem zichzelf zo optrekken tot stand.
Zet een aantal stoelen naast elkaar zodat hij zich daaraan vast kan houden als hij loopt.
Stoei regelmatig met je dreumes.
Speel met je dreumes situaties uit het dagelijks leven na: brood kopen, op visite gaan, thee drinken, dankjewel zeggen en een handje geven. Dan leert hij het spelenderwijs.
Samen dansen is nu ook heel leuk om te doen. Eerst hou je het kind op je arm, en later kan hij zelf dansen.
Laat hem spulletjes verstoppen die jij moet zoeken. Geef hem een doos of la waar hij dingen in kan doen.
Stel je kind vragen en geef hem kleine opdrachtjes: ‘Waar is je jas?’ en ‘Ga je jas maar halen.’ Prijs hem uitbundig als hij iets goed gedaan heeft.
Laat je kind lekker trommelen met houten lepels op een doos.
Laat hem verschillende materialen voelen: een blokje hout, een zijden lapje, een borsteltje of een zeem. Praat met hem over de verschillen.
Laat hem zien dat een badbeestje opspringt als je het onder water loslaat.
In de zandbak kan je kind lekker spelen met zand, schepjes en vormpjes.
Laat je kind op een groot vel papier krassen met een kleurpotlood of waskrijt.
Wees niet bang dat je kind vies wordt. Laat hem lekker kliederen met modder, verf, zand of klei.