Beste leerling,
De komende lessen gaan we aan de slag met de onderwerpen:
- Multiculturele samenleving
- Discriminatie
- Politiek
Deze onderwerpen zijn belangrijk omdat iedereen te maken heeft met deze onderwerpen. We leven hier allemaal in een multiculturele samenleving en iedere cultuur heeft zijn eigen gebruiken. Er zijn altijd mensen die deze gebruiken niet accepteren en er zijn vooroordelen. Daarnaast is het van belang te weten wat de polititiek hier van vindt en van andere onderwerpen. Binnen een paar jaar mag je stemmen. Het is goed om al eens kennis te maken met de politieke partijen en hun standpunten.Door middel van opdrachten, gesprekken en fragmenten zullen deze thema's aan bod komen.
Je krijgt per les te horen van de docent wat de bedoeling van de les en worden de doelen zijn.
Belangrijk bij deze lessen is dat je respect hebt voor de mening en opvattingen van de ander, ook al ben je het niet eens met de ander. Je mag altijd vragen waarom iemand die mening heeft.
We wensen je veel succes en plezier bij deze lessen en hopen dat de doelen behaald worden.
Eindopdracht deel A (kennistoets)
Vragen kerndoel 43 en 44 totaal 30 punten te behalen.
Vragen kerndoel 43
Multiculturele samenleving (3p)
De mening komt duidelijk naar voren met argument. Zonder argument -1P
Migratie (2P)
Grote groepen migranten uit de vroegere kolonies kwamen naar Nederland. Je ziet
hieronder een kaart met de gebieden die ooit een (gedeeltelijke) kolonie van Nederland zijn geweest. Bij enkele van deze gebieden staat een letter.
Indonesië |
|
Suriname |
|
Zuid-Afrika |
|
Nederlandse Antillen |
|
Allochtoon – autochtoon (2P)
Religie (6P)
Vooroordelen/ racisme (3P)
Stellingen (2P)
Geef aan of je het eens of oneens bent met de stelling met minimaal één argument.
Zonder argument -1P
Vragen kerndoel 44
Democratie (1P)
Nederland is een parlementaire democratie. Wat houdt dat in?
Grondwet (2P)
Wat is een grondwet? Wat is Artikel 1 van de grondwet?
1e en 2e Kamer (2P)
Noem een verschil tussen de 1e en 2e Kamer?
Verkiezingen (5P) (Elke fout -1 punt)
Wie mogen er stemmen?
Hoe vaak wordt er gestemd?
Waarop wordt er gestemd?
Noem 5 politieke partijen met de partijleiders.
Noem een linkse partij en een rechtse.
Noem een verschil tussen een linkse en rechtse partij.
Prinsjesdag (2p)
Eindopdracht deel B (praktische opdracht)
Aan het eind van Les 3 over politiek ga je een presentatie maken.
Er worden 4 fragmenten klassikaal bekeken. Kies een onderwerp uit door te grabbelen. Er zijn 4 onderwerpen die elk een aantal sleutelbegrippen hebben die vewerkt worden in een PPT.
Maak een PPT presentatie en presenteer aan de groep.
De volgende woorden komen erin terug:
- Tweede Kamer verkiezingen:
regering
minister-president
ministers
1e Kamer
2e Kamer
parlement
volksvertegenwoordiging
zetels
- Democratie:
democratie
grondwet
grondrechten
- Prinsjesdag:
troonrede
miljardennota
- Koninkrijk:
koning(in)
staatshoofd
ministeriële verantwoordelijkheid
Beoordelingsmodel eindopdracht deel B (Praktische opdracht)
Sleutelbegrippen zijn verwerkt (totaal 50 punten)
Lay out (totaal 30 punten)
- een lettertype (waarvan 10 punten)
- illusstraties (waarvan 10 punten)
- overzichtelijk (waarvan10 punten)
Presentatie (totaal 20 punten)
- leerling spreekt duidelijk (waarvan 10 punten)
- leerling kijkt de klas aan (waarvan 10 punten)