Opkomst van de Nederlandse textielindustrie
Textiel is ‘alles wat geweven is’. Het komt van het Latijnse woord voor weven: texere. Van plantaardige vezels zoals katoen of vlas, van zijde en wol of van kunststof worden draden gesponnen die vervolgens in weefmachines tot lappen stof worden verwerkt. Textiel wordt gebruikt voor de productie van kleding, voor woningstoffering en bijvoorbeeld voor huishoudelijk gebruik.
Hoe textiel werd gemaakt voor er fabrieken bestonden, zie je in de film ‘Vóór de Industriële Revolutie, niets gaat vanzelf’
Vóór de industriële revolutie (Bekijk van 1:18 – 3:25 min)
Nederland werd een groot textielland
In 1813 werd Napoleon vernietigend verslagen bij Leipzig en daarmee kwam er een eind aan de Franse overheersing van Nederland. In november van dat jaar krijgt Nederland een onafhankelijke regering.
Op dat moment waren steden als Tilburg en Gent al echte textielsteden. Tilburg was vooral bekend om zijn wol. Van die wol werden vooral lakens gemaakt. Gent stond meer bekend om zijn katoenproductie.
Talloze vaklieden verdienden de kost met spinnen en weven. In die periode wordt het handwerk meer en meer overgenomen door machines. Omdat deze machines niet meer bij mensen thuis konden staan werden er werkplaatsen of fabriekshuizen gebouwd. Sommige fabriekshuizen gebruikten een rosmolen, een door paarden aangedreven molen, als krachtbron voor hun machines. Later, vanaf 1827, werden de paarden vervangen door stoommachines.
In de Zuidelijke Nederlanden kwam de katoenindustrie tot grote bloei. Dat was mede te danken aan de Nederlandse Handel Maatschappij (NHM). Die werd in 1825 door koning Willem I opgericht om de handel tussen Nederland en zijn kolonie Nederlands-Indië op gang te brengen. De NHM wilde net als Engeland katoentjes (katoenen kleding) verkopen in de kolonie, dus moest de productie omhoog. De NHM moderniseerde de werkplaatsen om hun concurrentiepositie ten opzichte van Engeland te verbeteren.
Lees de zinnen en vul de onderstaande woorden in de ontbrekend vakken in:
stoommachine, fabriekshuis, bevolking, katoen, spinning Jenny