Revolutie Grote verandering in een samenleving in korte tijd. Bijvoorbeeld een verandering in de manier waarop een land bestuurd wordt, maar ook bijvoorbeeld de Agrarische revolutie en de Industriële revolutie. |
Agrarische revolutie Vanaf 1750 produceerde men in Europa steeds meer en betere landbouwproducten doordat wetenschappelijke kennis leidde tot vernieuwingen in de landbouw. Er kwamen nieuwe manieren van grondbewerking, nieuwe landbouwwerktuigen, nieuwe gewassen, betere zaden. Verder breidde men de landbouwgebieden uit door drooglegging van moerassen en cultivering van woeste gronden. |
Demografische revolutie Door de Agrarische revolutie was er veel meer en beter voedsel beschikbaar. Na 1850 was dat een van de oorzaken van spectaculaire bevolkingsgroei in Europa, de "demografische revolutie". |
Ambacht Handwerk dat iemand leert om er een beroep mee uit te oefenen. |
Schaalvergroting In de landbouw ging men de factoren grond, kapitaal (geld) en de arbeid anders gebruiken. Zo probeerde men met lagere productiekosten een betere oogst te krijgen. |
Industriële revolutie Periode van 1770 - 1920 waarbij in Nederland in korte tijd een overgang plaatsvond van een agrarische naar een industriële samenleving. |