Stap 5

Eerste landelijke vakbond
Uit twaalf lokale verenigingen van typografen ontstaat in 1866 de eerste landelijke vakbond: de Algemeene Nederlandsche Typografenbond (ANTB).

Er kwamen van de 12 verenigingen 61 afgevaardigden in Amsterdam bijeen, die samen 1430 leden hadden. De ANTB stelde bij haar oprichtingsvergadering meteen een looneis vast.
De ANTB eiste een weekloon van 9 gulden bij een werkweek van zes dagen en tien uur per dag. De eis betekende een loonverhoging van 50%. Dat lijkt veel, maar in de afgelopen 25 jaar waren de prijzen met 75% gestegen, terwijl de lonen met 20% waren verlaagd.

De reactie van de werkgevers was heftig.
Wie lid was van de bond riskeerde het zijn baan te verliezen.
De Nijmeegse drukker en uitgeverij H.C. Thieme was de eerste die de zaak op scherp zette. Zijn personeel kreeg de keuze: bedanken voor de bond of ontslagen worden. Zijn broer G.J. Thieme in Arnhem ging nog een stap verder. Hij opende de deur en zei tegen zijn personeel: ‘wie de bond verkiest boven zijn werk, kan direct vertrekken.’ Het hele personeel stapte op, op negen zetters na.
De ANTB steunt hen met een uitkering en zo was de eerste staking van typografen meteen een feit.

Thieme probeerde vervolgens vergeefs nieuw personeel te werven in Wageningen. Maar uiteindelijk mislukte de staking toch omdat steeds meer typografen uit andere steden het werk van de stakers overnamen. De looneis van de ANTB was daarmee krachteloos geworden. En in een jaar tijd verloor de ANTB tweederde van haar leden.

De staking mislukte en de eerste vakbond was geen succes, maar de geest was uit de fles. Vijf jaar na de ANTB werd de tweede landelijke vakbond opgericht: de Nederlandsche Sigarenmakersbond, opgericht in 1871. En meer vakbonden volgden…

Vragen:

  1. Leg in je eigen woorden uit wat een ‘looneis’ is en geef aan waaruit de looneis van de ANTB bestond.
  2. De eerste vakbond, ANTB, bood haar leden iets wat veel vakbonden nu nog steeds gebruiken bij een staking. Wat is dat?