Stap 1: Inleiding

Inleiding
In de 16e eeuw bestond Nederland als land nog niet.
Het was een landbouwgebied met een paar steden.
In dat gebied lag een losse verzameling provincies met allemaal een eigen bestuur.
Bestuurders kwamen meestal uit adellijke families of waren rijke burgers uit de stad.

Bestudeer de volgende onderdelen uit de Kennisbank en beantwoord de vragen.

KB: Land van middeleeuwse steden deel 1 en 2
KB: Het bestuur in de Nederlanden deel 1, 2 en 3

  1. Hoe had keizer Karel V de Nederlandse provincies in handen gekregen?
    1. Door heel Nederland te veroveren.
    2. Doordat hij deze gebieden erfde.
  2. Wie bestuurden de Nederlandse provincies?
    1. De Katholieke kerk.
    2. Edelen en burgers.
  3. Welke steden waren belangrijk voor de belastinginkomsten van de keizer?
    1. De handelssteden in Vlaanderen, de Hanzesteden en Hollandse steden zoals Dordrecht.
    2. De hoofdsteden van de provincies.
  4. Waardoor ontstonden er conflicten tussen keizer Karel V en de handelssteden?
    1. De handelssteden wilden onafhankelijk worden van de keizer.
    2. De keizer wilde de steden dwingen om hogere belastingen te betalen.