In je lichaam stroomt een rode vloeistof door de slag- en aderen. Deze vloeistof is rood noemen we het bloed. Bloed is niet alleen rood, maar ook een beetje kleverig. Je bloed vervoert nuttige dingen door je lichaam. Zuurstof die we in ademen. Voedingstoffen uit ons voedsel.
Je bloed verzamelt op zijn reis door je lichaam ook afvalstoffen en zorgt ervoor dat je die kwijtraakt.
De spier die ervoor zorgt dat het bloed in heel ons lichaam komt is ons hart. Elke keer als je hart klopt, wordt het bloed door je lichaam gepompt.
Het bloed gaat door allerlei kleine buisjes. Die buisjes noemen we aders en slagaders.
Aders brengen het bloed vanaf de organen terug naar het hart.
Slagaders brengen het bloed vanaf het hart naar de organen en het hele lichaam.
Je hart moet altijd blijven kloppen, dag en nacht, om ervoor te zorgen dat je bloed blijft stromen.
Het bloed
Het bloed bestaat uit drie verschillende onderdelen.
De witte en rode bloedcellen en de bloedplaatjes.
- De witte bloedcellen zijn de verdedigers van ons lichaam.
Ze vallen bacteriƫn aan, die niet in het lichaam horen.
- De rode bloedcellen brengen zuurstof, ook wel O2 genoemd, rond in het lichaam. Ze halen op de terugweg meteen de afvalstoffen op, die het lichaam niet meer nodig heeft. De afvalstoffen bestaan uit koolstofdioxide, ook wel CO2 genoemd.
- De bloedplaatjes zorgen ervoor dat je stopt met bloeden als je een wondje hebt.
Het bloed gaat stollen en zorgt ervoor dat er een korstje ontstaat op het plekje.
Het bloed stroomt met alle drie de onderdelen de hele dag rond in het lichaam.
Dit noemen we de bloedsomloop.