Fictie

Beste leerlingen,

 

De komende weken ga je aan de slag met Fictie uit hoofdstuk 1 t/m 6 uit het boek.

We geven jullie tips om te leren en laten jullie verschillende opdrachten maken om actief met de lesstof bezig te gaan.

 

Aan het einde van de module krijg je een proeftoets. Dit is een mooie kans om te kijken of je alles begrijpt.

Je sluit de module af met een toets over Fictie. Dit cijfer telt mee als een toets.

 

Les 1: opdracht A + intro opdracht B

Les 2: bespreken opdracht B + proeftoets maken

Les 3: Toets

 

Leerdoelen:

1- Je kunt uitleggen wat fictie en non-fictie betekent en kunt voorbelden geven.

2- Je kent de manieren voor het kiezen van een boek en kunt in ieder geval twee manieren noemen.

3- Je kunt uitleggen wat een pictogram is en waar deze te vinden is.

4- Je kunt uitleggen wat de flaptekst van een boek is.

5- Je kunt uitleggen wat verhaalpersonen zijn.

6- Je kunt uitleggen hoe je de hoofdpersoon leert kennen.

7- Je kunt uitleggen wat spanningsvragen zijn en kunt er minimaal drie bedenken.

8- Je kunt drie punten benoemen waarop je een boek kunt beoordelen.

9- Je kunt minimaal drie beoordelingswoorden bij een verhaal bedenken.

10- Je kunt uitleggen wat een script is en welke twee zaken hier in staan.

11- Je kunt uitleggen wat een regisseur is.

 

Veel succes!