Parachute

Zoals je in het filmpje hebt kunnen zien, kwamen de parachutes naar beneden met daaraan onder andere mensen, benzine en medicijnen. Maar hoe werkt dat eigenlijk met een parachute? In dit proefje maken jullie zelf een parachute en onderzoeken jullie of iets sneller of langzamer naar beneden gaat door een parachute.

Voor jullie zien jullie 3 dingen liggen: een LEGO-blokje, een LEGO-popppetje en een Playmobil-poppetje. Het LEGO-blokje stelt de medicijnen en benzine voor die werden gedropt vanuit de zweefvliegtuigen, de poppetjes stellen de parachutisten (zoals John) voor.

Verder hebben jullie ook een werkblad gekregen. Schrijf daarop de antwoorden van de volgende vragen:

Stap 1: Pak het LEGO-blokje en het kleine poppetje. Ga op de tafel of stoel staan en laat de blokjes tegelijk naar beneden vallen. Doe dit drie keer en trek dan je conclusie. Wat zie je? Doe dit daarna drie keer voor het LEGO-blokje en het grote poppetje. Wat zie je? Waarom zou dit zo zijn?

Stap 2: Herhaal de proefjes. Nu meet je de tijd op tussen het loslaten en het vallen op de grond. Wat valt je nu op? Hoe zou dit kunnen? Doe dit dus eerst voor het LEGO-blokje en het kleine poppetje en daarna voor het LEGO-blokje en het grote poppetje.

Stap 3: Op de tafel liggen plastic zakjes, een stuk touw en plakband. Maak twee parachutes en knoop of plak het LEGO-blokje en het kleine poppetje aan elk één parachute. Ga nu weer op de tafel of stoel staan en laat ze tegelijk vallen. Wat valt je op? Doe dit daarna ook voor het LEGO-blokje en het grote poppetje.

Stap 4: Meet de tijd weer op van het laten vallen van de parachute met het blokje of het poppetje en schrijf dit op. Welke conclusie kun je trekken? Gaat één van de 2 sneller? Gaat het sneller of langzamer nu je een parachute er aan vast hebt gemaakt?

Zorg dat je alle antwoorden op papier hebt gezet.

Goed gedaan!