De opdracht.

Stap 1:

De docent leest een Haiku voor en vertelt erover.

 

Maak daarna als eerste onderstaande opdrachten.

Als je het moeilijk vindt om woorden in lettergrepen te verdelen oefen je met onderstaande website.

Oefenen met lettergrepen.

 

Stap 2:

Je weet nu wat een Haiku is en hoe je woorden in lettergrepen kunt hakken. Nu is het aan jou om een eigen Haiku over een paralympische sporter te maken.

Let op de volgende regels bij het maken van je Haiku.

Probeer de emotie van een paralymische sporter in je Haiku te stoppen. Gebruik bijvoorbeeld woorden als trainen, winnen, verliezen, handicap, beperking.

Probeer je te houden aan de 5/75 regel.

regel 1 heeft 5 lettergrepen.

regel 2 heeft 7 lettergrepen.

regel 3 heeft 5 lettergrepen.

 

Bij het juist lezen van een goede haiku herbeleeft de lezer de zintuigelijke ervaring van de dichter. Het effect is groter als je erin slaagt om je haiku zintuiglijker te maken. Dit kan je bereiken door in de haiku niet alleen te vertellen wat je zag, maar ook wat je hoorde, rook of voelde.

Een goed voorbeeld is de beroemde haiku van Basho:

Oh oude vijver,
een kikker springt van de kant
geluid van water.

 

Stap 3:

Je leest je Haiku voor aan je klasgenoot. Doe dit op twee verschillende manieren. Wat vindt je klasgenoot ervan? Welke manier van voordragen was beter? Is het in goed Nederlands geschreven?

Pas je Haiku eventueel aan en oefen met voorlezen. Kies een juiste vorm van voordragen bij jouw Haiku.

Je Haiku geef je verolgens vorm door deze op een mooie kaart te schrijven. Je kunt er een kleine tekening bij maken. De kaart krijg je van de docent.

 

Stap 4:

Je leest je Haiku voor aan de klas. Zorg dat je dit net zo doet als dat je geoefend hebt.

Als anderen de Haiku voorlezen luister je aandachtig.

 

Stap 5:

Je leest in je eigen leesboek.