Duurzame energiebronnen

Paragraaf 3.2 De energie van de toekomst

 

Wat moet je leren?:

- Welke oplossingen er zijn om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen

- Wat de energietransitite is en wat dit voor Nederland betekent

- Wat sterke en zwakke punten zijn van duurzame vormen van energie (wind, zon en biomassa)

 

Duurzaam en zuinig

Voor fossiele brandstoffen geldt: op is op. Daarom is het goed om ze zo zuinig mogelijk te gebruiken (energiebesparing). Uit dezelfde hoeveelheid steenkool of aardolie wordt nu meer energie gehaald: denk aan auto's die vroeger 1 liter brandstof nodig hadden om 10km te rijden, en nu met 1 liter 20km vooruit kunnen, Ook wordt door energiemaatregelen, zoals isolatie van huizen (dubbelglas), veel bespaard.

Behalve energiebesparing is er de mogelijkheid energie op te wekken met behulp van de zon en de wind. Zonne-energie en windenergie raken nooit op. Duurzaamheidis dan ook een belangrijk kenmerk van deze energiebronnen. Het betekent dat je niet meer natuurlijke hulpbronnen gebruikt dan dat er bijkomen, zodat mensen ze ook in de toekomst nog kunne gebruiken.

Het omschakelen van het gebruik van fossiele energiebronnen naar duurzame energiebronnen noem je energietransitie. Nederland wil zo'n energietransitie, maar dat gaat langzaam. Rond 2020 kan 14% van alle energieduurzaam worden opgewekt. Daarvoor zijn verschillende duurzame energiebronnen geschikt.

 

 

De wind

Vooral in de kustgebieden van Nederland waait het bijna altijd. Windmolens kunnen er bijna elke dag draaien en elektriciteit opwekken. Energie van zo'n windmolen is ongeveer net zo duur als fossiele energie. En de molens worden beter dankzij nieuwe technieken. Toch staan er in Nederland minder windmolens dan zou kunnen hoe komt dat? Afbeeldingsresultaat voor windmolenpark                                                        

1. Niemand wil een windmolenpark in zijn achtertuin. Er is veel verzet vanwege het lawai, en omdat ze lelijk worden gevonden. Daarom worden nu ook windparken op zee ontwikkeld. Via een kabel wordt de elektriciteit aan land gebracht.

Deze parken zijn duur om te bouwen en te onderhouden, drie keer zo duur als windmolens aan land.

2. Er is een probleem van de betrouwbaarheid: het waait niet altijd, terwijl energie altijd nodig is. En het lastige met elektrcititeit is dat je het niet ergens in een doosje kunt stoppen en later gebruiken. Het moet meteen aan het netwerk van hoogspanningsleidingen worden geleverd.                                                                                                Figuur 2: Windmolenpark ten Noorden van Schier

 

De zon

Het gebruik van zonne-energie neemt langzaam toe. Veel huiseigenaren plaatsen zonnepanelen op hun dak en wekken zo een deel van hun eigen elektriciteit op. Toch heeft zonne-energie nog maar een klein aandeel in de totale duurzame energieopwekking. Er zijn in Nederland bijvoorbeeld geen zonneparken, waar net asl bij een windmolenpark veel panelen bij elkaar staan. Dat komt door de hoge kosten, maar ook de geringe betrouwbaarheid van zonneschijn in Nederalnd speelt een rol.

 

Biomassa

In Nederland wordt de meeste duurzame energie opgewekt met biomassa: een ander woord voor organische materialen als hout, groente- en tuinafval. Veel biomassa wordt verbrand in elektrictiteitscentrales en in afvalverbrandingsinstallaties. Met die warmte wrodt water verhit tot stoom, waarna de stoom genratoren aandrijft die elektriciteit produceren. Zo draagt deze biomassa bij aan de productie van groene, duurzame stroom. Bovendien wordt biomassa gebruikt om er biobrandstof van te maken. Dat is groene, duurzame benzine, diesel of gas voor auto's en zelfs voor vliegtuigen. Er zijn verschillende soorten biomass.                                   

- Veel biomassa bestaat uit afval, zoals huisvuil en groente-, fruit- en tuinafval. Het grootste deel wordt verbrand in afvalverbrandingsinstallaties. Ook de veeteelt levert veel afval, vooral in de vorm van de mest van dieren.                                       

- Hout (bijvoorbeeld zaagsel of gekapte bomen) wordt gebruikt als brandstof in elektrische centrales. Om dat hout te gebruiken, wordt het samengeperst tot zogenaamde pellets.                                                                                                                                 

- Ten derde zijn er akkerbouwgewassen die speciaal worden verbouwd om te verstoken in elektriciteitscentrales of om te verwerken tot biobrandstoffen. Dit zijn zogenaamde energiegewassen. Voorbeelden zijn oliepalmen, koolzaad, mais en suikerriet.  Het grootste deel van de energiegewassen wordt niet in Nederland verbouwd, maar ingevoerd uit het buitenland.                                   

- Een nieuwe soort biomassa wordt gemaakt van algen. Dat zijn eencellige diertjes die gekweekt worden in water. Sommige algen maken olie die kan worden gebruikt als biobrandstof. Deze nieuwe biobrandstof wordt weinig geproduceerd, omdat de productie nog te duur is.

Afbeeldingsresultaat voor biomassa

Figuur 3: CO2 cyclus van biomassa

Begrippen van de paragraaf:

- Energiebesparing

- Energietransitie

- Duurzaamheid

- Zonne-energie

- Wind-energie

- Biobrandstoffen

- Energiegewassen