(1
) Als je deze opdracht hebt afgerond heb je geleerd een microcomputer te programmeren en deze iets voor te laten stellen.
Met dit lesdoel is deze opdracht begonnen. Rond je opdracht af met jouw reflectie op deze opdracht. Bespreek hierin:
- of en hoe je dit leerdoel hebt gehaald
- wat je leuk en minder leuk vond aan de opdracht
- hoe je in het maken van deze opdracht ook hebt gewerkt aan je eigen leerspieren (veerkracht, vindingrijkheid, reflectief vermogen en interactie)
- waar je zelf trots op bent