Er wordt een onderscheid gemaakt tussen misdrijven en overtredingen. (blz. 74 thema binding)
1. Kies een misdrijf dat je wilt gaan onderzoeken. Geef aan welk misdrijf.
2. Zoek in het Wetboek van Strafrecht op hoe het door jou gekozen misdrijf omschreven wordt en wat de maximale straf
is voor dat misdrijf. Neem dat wetsartikel over.
3. Zoek in de politiestatistieken en rechtbankstatistieken op hoe vaak het door jou gekozen misdrijf in 2016 is voorgekomen.
4. (Indien mogelijk) Zoek in de politiestatistieken en rechtbankstatistieken op hoe vaak het door jou gekozen misdrijf in 2017
is voorgekomen.
5. Zoek een actueel artikel (op internet) dat gaat over het door jou gekozen misdrijf.
Gebruik hoofdstuk 4.1 en H4.3 t/m H4.4 van het lesboek ‘Binding’. Gebruik minimaal twee theorieën om het misdrijf
dat in het artikel behandeld wordt mee te verklaren. Zorg dat je de twee theorieën goed toepast.
Gebruik H5.3 voor de beantwoording van vraag 6 en 7.
6. Wat wordt bedoeld met preventieve maatregelen? Geef daarna aan welke preventieve maatregelen genomen kunnen
worden om te voorkomen dat mensen het door jou gekozen misdrijf plegen. Leg uit waarom deze preventieve maatregelen
kunnen werken.
7. Wat wordt bedoeld met repressieve maatregelen? Geef daarna aan welke repressieve maatregelen genomen kunnen
worden om het door jou gekozen misdrijf aan te pakken. Leg uit waarom deze maatregelen kunnen werken.
8. Wat wordt bedoeld met materiële schade en immateriële schade? Geef daarna aan welke vorm (en) van schade van
toepassing is op het door jou gekozen misdrijf. Beargumenteer je antwoord.
9. Kies twee politieke partijen die nu in de tweede kamer zitten. Geef voor beide politieke partijen aan hoe zij het door jou
gekozen misdrijf willen aanpakken. Geef aan of ze voor preventieve of juist repressieve maatregelen zijn, of juist allebei. Geef
– indien mogelijk- ook aan welke straffen en maatregelen ze voorstellen.
10. Zijn er actiegroepen (van bijvoorbeeld slachtoffers of daders) of belangengroepen (zoals vakbonden) betrokken bij jouw
vraagstuk? Zo ja welke?
Geef daarna aan wat hun standpunten zijn over het bestrijden en bestraffen van de door jou gekozen misdaad.