In welke tijd een verhaal zich afspeelt, kun je vaak gemakkelijk uit het verhaal halen:
het speelt zich af in het heden: de tijd waarin we nu ongeveer leven
het speelt zich af in het verleden: Middeleeuwen, Gouden Eeuw, Romeinse tijd / WOII
het speelt zich af in de toekomst: een tijd die nog moet komen
Wanneer je dit weet, kijk je nog wat nauwkeuriger naar aanwijzingen over de tijd in het verhaal. Wat wordt er verteld over:
de historische feiten: inval van de Noormannen, de moord op Willem van Oranje, de ramp van Tsjernobil, de Olympische Spelen van 1936, Adolf Hitler, enz.
de gebeurtenissen in het verhaal: een kruistocht, Jodenvervolging, slavenhandel, asielzoekers, een ramp, enz.
een bepaalde cultuur, gebruiken, de leefomstandigheden, ras en geloof
de gebruiksvoorwerpen zoals een auto, telefoon, potten en pannen, enz.