Werkwijze
Hoe ga je te werk?
- Opdracht 1 mag in tweetallen, maar mag ook indivdueel. Wil je het in tweetallen doen, zoek een maatje!
- Opdracht 2 maak je individueel.
- Zorg dat er een goede opbouw zit in je verslag, denk hierbij aan alinea’s en correct taalgebruik.
- Zorg dat je duidelijk maakt wat de oorzaken en gevolgen zijn en wat de voor- en nadelen zijn.
- Zorg ervoor dat er logische opbouw zit in je brief naar je grootouders. Breng emotie toe aan je brief, je hebt namelijk net een ramp overleefd.
- Kijk goed naar het beoordelingsformulier zodat je weet wat er van je wordt gevraagd. Tip: schrijf eerst een kladversie.
- Maak een bronvermelding. Hierin zet je de bronnen die gebruikt hebt voor de opdrachten. Vermeld per opdracht welke bronnen je gebruikt hebt.
- Dit mag je in Word maken, maar ook met pen en papier (zorg ervoor dat het leesbaar is!)
- Vergeet niet je naam en je klas!