Complete beoordelingscriteria

Skala van de africhting

Op de aangespannen sport is het algemene skala van de africhting van toepassing, net als bij andere hippische disciplines. De volgorde tot uiteindelijke de verzameling, is bij het tuigpaard eigenlijk hetzelfde als bij een dressuurpaard. De takt en ongedwongenheid is het startpunt, vervolgens komt daar ontspanning bij. Hierna volgt aanleuning en impuls. De aanleuning is de lichte, veerkrachtige verbinding met de mond van het paard. De rijder zoekt contact via de leidsels, het paard kan dit beantwoorden met aanleuning. Hierop kan hij nageven: ontspannen in zijn nek- en kaak. De impuls is de drang naar voren, wat door de rijder opgewekt en onderhouden wordt. Wanneer dit voor elkaar is, kan er gewerkt worden aan het rechtrichten en kan de verzameling volgen. Het rechtrichten loopt als een rode draad door de opleiding en is dus altijd aanwezig in de training.

Van het paard op de achtergrond naar het paard op de voorgrond, steeds meer een bergopgaand beeld.

Voorbeengebruik

Zoals in het basisdeel al is geschreven, is de actievolle beweging met veel buiging in de gewrichten erg belangrijk bij een tuigpaard. Tijdens de beoordeling op concours wordt gelet op meerdere onderdelen. Het voorbeen hoort ruim grijpend te zijn met veel heffing in de voorknie, om dit te bereiken is er veel schoudervrijheid nodig. Het voorbeen moet geplaatst worden in de richting waar het heen wijst. Scheef wegzetten wordt bijvoorbeeld liever niet gezien.

Achterbeengebruik        

Het achterbeen moet onder het lichaam treden, met veel buiging in de gewrichten en met een krachtige afdruk naar voren worden gezet. De buiging in het achterbeen zorgt ervoor dat de hoeken in de gewrichten in het achterbeen zich openen en sluiten, waardoor de krachten worden ‘gelanceerd’ als een springveer. Wanneer de achterhand tot dragen komt (er komt meer gewicht op de achterhand en de voorhand wordt lichter), kan de voorhand tot rijzen komen. Hierdoor wordt het beeld ‘bergop’, het paard lijkt dan aan de voorkant een stuk groter te worden.

In onderstaand filmpje is de goedgekeurde tuigpaardhengst Eebert te zien, dit is een goed voorbeeld van het juiste gebruik van het voor-en achterbeen. Ben jij benieuwd hoe dit er in de praktijk uitziet? Bekijk dan het onderstaande filmpje!

Totaalbeeld

De houding en beweging samen geven een totaalbeeld, dat de jury kan gaan beoordelen. Met de volgende onderdelen houden zij ook rekening: uitstraling, vriendelijk orenspel, gesloten mond, looplust (wil om te presteren), exterieur, presentatie en uniformiteit van het geheel, het beeld van een ‘Happy Athlete’. Het uiteindelijk totaalbeeld heeft dus hetzelfde doel als bij een dressuurpaard: een ‘Happy Athlete’.

Jurylid Jan Thijs vertelt wat het jureren inhoud en legt het verschil tussen het nieuwe en het oude systeem uit:

Pilot jurysysteem

In 2016 is het pilot jurysysteem geïntroduceerd op Nationale concoursen, hierbij plaatsen de juryleden de paarden individueel. Er vindt dus geen overleg plaats tussen de juryleden, de plaatsing verschijnt vervolgens op een groot scherm. Hierdoor is de jurering transparanter en wordt er inzichtelijk welk jurylid welk paard op welke plaats zet. De juryleden worden gekoppeld aan een ‘schrijver’ die de plaatsing op een tablet invult, de omroeper heeft ook een tablet waarop de plaatsing binnenkomt. Wanneer elk jurylid de plaatsing heeft ingevuld, verschijnt de uiteindelijke gezamenlijke uitslag, die door de omroeper wordt verteld.

Voorbeeld van een uitslag van een Hackneyrubriek.