Kansen - voorbeeld 2

Je hebt een toets.
De laatse twee vragen van de toets zijn drie-keuzevragen.
Je gokt beide antwoorden. Wat is de kans dat je beide vragen goed gokt?

  • Er zijn negen verschillende mogelijkheden:
    AA AB AC
    BA BB BC
    CA CB CC

    Ga na of dat klopt!

 

  • De kans dat je allebei de vragen goed beantwoord is   = 0,111.... ≈ 11,1%