Kansen

Iets kan wel of niet gebeuren.
De kans dat het wel gebeurt, geef je vaak aan met een percentage.
Als het zeker is dat iets gebeurt, is de kans 100%.

  • Je luistert naar het weerbericht.
    De kans dat het morgen gaat regenen is 70%.
    De kans dat het morgen niet gaat regenen is 30%.

 

  • Je gooit een munt op. De kans op 'kop' is 50%.
    De kans op 'munt' is ook 50%.