Stap 3. Wasmiddel doseren.

Als je de was hebt gesorteerd is de volgende stap de machine vullen en wasmiddel doseren en toevoegen.

Bij voorkeur spaar je zoveel was dat je met een volle trommel de was door draait. Let wel op dat je de trommel niet te vol doet. De was wordt dan niet schoon.

Zie onderstaande film voor extra uitleg.

https://www.youtube.com/watch?v=EQlds43Rod4

Wij stellen hoge eisen aan het wasmiddel wat we gebruiken. Het moet het textiel schoonwassen, bij voorkeur willen we 1 middel gebruiken en het moet veilig zijn voor de mens,dier en het milieu. Daarbij willen we dat het wasmiddel betaalbaar is.

Er zijn verschillende wasmiddelen op de markt verkrijgbaar. Alle middelen wassen even goed als je je maar houdt aan de dosering die staat vermeld op de verpakking.

Houdt bij het doseren rekening met de hardheid van het water. Als het water hard is zal er eerst wasmiddel nodig zijn om het kalk tegen te gaan voordat het wasmiddel gaat werken op de vlekken in de was. Bij hard water heb je meer wasmiddel nodig dan als je ergens bent waar ze zacht water hebben. Vraag de cliënt of de facilitaire dienst van de instelling naar de hardheid van het water voordat je de juiste dosering kan kiezen.

Wasmiddel is te koop in poedervorm, vloeibare vorm, geconcentreerde vloeibare vorm, wasbuiltjes en capsules.

Let erop als je wasbuiltjes gebruikt, doe dit uitsluitend met een volle trommel. De dosering van een builtje is te belastend voor de kleding en het milieu om te gebruiken voor handwas of halfvolle trommels!    

Er zijn veel verschillende wasmiddelen maar voor welke was gebruik ik welk middel?

Kijk altijd voor de zekerheid op het etiket. Soms staat er vermeld met welk wasmiddel het textiel gewassen moet worden.

Staat er niets op het etiket kan je onderstaande schema aanhouden.

Soort wasmiddel.

Soort was.

Temperatuur.

Witwasmiddel/ totaal wasmiddel.

Bevatten vaak zuurstofbleekmiddelen en enzymen om bacteriën te doden bij het wassen.

Witte was.

Handdoeken, beddengoed, theedoeken ect.

40°C tot 95°C

Bontwasmiddelen.

Bevatten kleurbeschermers. Er zitten geen zuurstofbleekmiddelen en optische witmiddelen.

Gekleurde was.

Zwart/grijze was.

Jeans, shirts, sportkleding ect.

30°C tot 40°C

Fijn- en wolwasmiddelen.

Fijne was en wol was.

Wollen truien, acryl en zijden blouses.

30°C of lager.

 

Let op als je nieuwe artikelen voor het eerst wast. Vaak moet je deze de eerste keer apart wassen. Dit staat meestal op het etiket in het textiel. Dit apart wassen is nodig omdat sommige stoffen een teveel kleurstof bevatten die loslaten bij de eerste keren wassen. De hele was zou dan de kleur opnemen en ziet bijvoorbeeld de witte was er grijs uit of heeft de lichte was een rode gloed als er een roodshirt in terecht is gekomen.Soms staat er op het etiket vermeld niet kleur-echt. Dit betekend dat de kleur loslaat tijdens het wassen.

Je hebt vast wel eens gehad dat je de benen blauw waren na het dragen van een natte donkere jeans.

De kleur echtheid kan je testen door met een licht, nat lapje over de stof te wrijven. Neem deze de kleur over is de kleding niet kleur-echt. Om geen risico te nemen kan je er voor kiezen deze kleding apart te wassen in een kortprogramma of kleine was programma.

Kijk onderstaande film voor extra uitleg.

https://www.youtube.com/watch?v=0Co32aQS1BU

https://www.youtube.com/watch?v=5xYkfHqC1uE

https://www.youtube.com/watch?v=E90L3JgL8TE

https://www.youtube.com/watch?v=PuNTQqtlE3M

 

Gerelateerde afbeelding