* Lees paragraaf 4 van het hoofdstuk steden en staten
* Maak de opdrachten uit het werkboek
* Kijk de opdrachten na, nadat de docent heeft goedgekeurd dat jij mag gaan nakijken
* Schrijf een stukje in jouw tijdvakkendossier
* Voeg een afbeelding toe van een persoon, gebeurtenis of verschijnsel dat bij dit kenmerkend aspect past