De opdracht:schrijf een betoog
Je hebt een vooronderzoek gedaan naar een onderwerp dat jij interessant vindt en mogelijk gebruikt voor je eindwerkstuk. Naar aanleiding van je onderzoek, je overwegingen, je ideeën en je inzichten schrijf je een betogend stuk
van minimaal 500, maximaal 600 woorden. Je verwerkt hier achtergrondinformatie in met een goede
bronverwijzing. Kijk ook op blz. 251 van je boek.
Stappenplan:
1. Oriënteer je: praat met mensen om je heen. Lees tijdschriften of boeken over mogelijke
onderwerpen. Zoek op internet en maak een keus. Maak een woordweb en voeg dit toe.
2. Maak een schrijfplan, zie blz. 320 van je boek.
Formuleer je hoofdgedachte of stelling. Je mag altijd veranderen of
bijschaven tijdens het schrijven. Bedenk welk doel je wil bereiken met je tekst. Wil je de lezer
aan het denken zetten of wil je ze overtuigen? Kies je publiek. Welke lezers hebben
belangstelling voor wat jij te vertellen hebt? Onderzoek in welke deelonderwerpen jouw
hoofdgedachte of vraagstelling goed uitgelegd kan worden. Houd hierbij rekening met je
publiek, voor het ene publiek moet je meer uitleggen dan voor het andere. Kies een
tekstvorm die past bij je onderwerp.
3. Kies minimaal 2 goede artikelen uit je documentatiemap. Verwerk dit in je tekst door er duidelijk naar te
verwijzen. ( bijvoorbeeld: uit onderzoek dat beschreven is in de Volkskrant op 15 januari
2017 blijkt dat steeds meer veehouders stoppen met hun bedrijf (Jansen, 2017)
4. Schrijf een eerste versie van je betoog en let meteen op een juiste indeling
van de tekst, goede overgangen van de ene naar de andere alinea en signaalwoorden. Zorg
ook dat je de bronnen aan het eind van de tekst vermeldt. Houd je aan de APA-regels
5. Laat je tekst nakijken/ kijk de tekst van de ander na:
a. verbeter spelfouten
b. controleer de zinsbouw
c. controleer de opbouw van de tekst
d. wordt er gebruik gemaakt van signaalwoorden?
e. is de inhoud/boodschap van de tekst duidelijk voor jou? Geef aan waarom wel/niet.
f. In de tekst geef je mogelijke veranderingen aan, die arceer je geel zodat zichtbaar is
wat je verbeterd hebt, wat je niet begrijpt (zet dat erbij, stel vragen)
g. Als je de tekst hebt gelezen en van opbouwende kritiek hebt voorzien, geef je wat
tips en tops en geef je aan wat je van het lezen van de tekst geleerd hebt.
6. Herschrijf je tekst.
7. Lever alle stappen in één verslag in elo in.
Eisen van inleveren:
- Voorblad met plaatje: naam, leerkracht, datum inleveren, klas, opdracht.
- Inhoudsopgave
- Voorwoord
- Woordweb/oriëntatie
- Alle stappen zijn aanwezig:
o Schrijfplan ( met doel, publiek, hoofdgedachte, tekstvorm)
o Minimaal 2 artikelen
o Kladversie
o Beoordeling medestudent
o Eindversie met:
Heldere opbouw: alinea-indeling met witregels
Max. lettergrootte 12
o Nawoord