In bovenstaande afbeelding zien we zowel de diameter als de straal afgebeeld in een cirkel.
Zoals we in het filmpje al zagen kunnen we met de diameter de straal berekenen en andersom. In onderstaande formule staat hoe.
Let op: voor de straal gebruiken we de letter 'r' (radius).
Formule:
Diameter = 2 x r
We zien dat je de diameter kunt uitrekenen met behulp van de straal, maar hoe bereken je dan de straal? Wellicht zie je dat al; als de diameter immers twee keer zo groot is als de straal, dan is de straal de helft van de diameter!
In onderstaande voorbeelden zie je beide berekeningen:
Voorbeeld 1:
Een cirkel heeft een straal van 6 cm. Wat is dan de diameter?
Antwoord: Diameter = 2 x 6 = 12 cm
Voorbeeld 2:
Een cirkel heeft een diameter van 10 cm. Wat is dan de straal?
Antwoord: Straal = 10 : 2 = 5 cm
Lees nu eerst de theorie over de omtrek en π door, daarna maak je de oefentoets en ga je dus zelf aan de slag!