Opdracht 1: De brief moet aan de volgende eisen voldoen:
Het bestaat uit 200-300 woorden. Niet meer, niet minder.
De gegeven argumenten zijn gebaseerd om 2 of meerdere websites en geven een waarheidsgetrouw beeld.
De gebruikte websites worden bij de tekst vermeld.
Het is geschreven in correct Nederlands, het ziet eruit als een brief en het ziet er verzorgd uit. Er is dus een aanhef (met natuurlijk ook een plaats, datum) en een afsluiting.
Opdracht 2: De speech bestaat uit de volgende onderdelen om aan de eisen te voldoen:
Er is een duidelijke aanhef waarbij de studenten op een correcte manier worden aangesproken.
Het bestaat uit ongeveer 200-300 woorden. Niet meer en niet minder.
Er wordt een waarheidsgetrouw beeld geschetst vanaf het punt van een agent gezien.
Er zijn 2 of meer websites gebruikt.
De websites staan bij de speech vermeld.
De speech ziet er verzorgd uit en is in correct Nederlands geschreven.
Opdracht 3: Jouw persoonlijke antwoordt op de vraag:
Je antwoordt is onderbouwt door argumenten.
Deze argumenten kunnen gebaseerd zijn op voorbeelden uit de bezetting van het Maagdenhuis in 1969. Het is niet verplicht, maar kan de opdracht wel makkelijker maken.
Je antwoordt is in correct Nederlands geschreven en ziet er goed verzorgd uit.