Excel is software die overal ter wereld gebruikt wordt. En dat komt omdat je in Excel je gegevens goed kunt ordenen, mooie grafieken kunt maken, maar vooral: omdat je in Excel kunt rekenen.
In het filmpje zie je dat Excel eigenlijk een rekenblad is met hokjes. Als je je cursor beweegt spring je van hokje naar hokje.
Je kunt de hokjes groter en kleiner maken of een kleurtje geven. Maar vooral kun je er in typen. Je kunt er tekst in zetten en getallen. Die tekst of getallen kun je opmaken: groter of kleiner maken, een kleur geven enzovoorts.
Maar het belangrijkste in Excel zijn de getallen. En met die getallen kun je in Excel rekenen.
Een tabel is een lijst met gegevens die netjes geordend zijn. Bijvoorbeeld een lijst van alle leerlingen in de klas, op alfabet. Of een lijst van alle cijfers die je behaald hebt.
Een tabel kent rijen en kolommen.
Eén hokje in zo'n tabel noem je (in Excel) een cel.
In Excel kun je zo'n geordende lijst heel gemakkelijk maken.
NODIG: centimeter of lange liniaal
Noteren lengte
De lengte noteer je als een getal. Je zet in de cel alleen 1,52 en niet 1,52 m.
Zet je die m erachter dan raakt Excel in de war: Excel gaat er dan vanuit dat je tekst hebt ingetypt. Zet dus onder de kop ‘lengte in m’ alleen maar getallen.
Grafiek in Excel
Grafieken zijn een goed hulpmiddel om gegevens in één klap duidelijk te presenteren. Er zijn verschillende soorten grafieken. De bekendste soorten zijn de kolomgrafiek, de lijngrafiek en het cirkeldiagram. In Excel kun je die grafieken gemakkelijk maken. In het filmpje zie je:
Opdracht:
Gebruik de gegevens van opdracht 2 om een grafiek te maken van de verschillende lengtes in de klas.