Als je er niet uitkomt welke goniometrische verhouding moet gebruiken volg dat de stappen die hieronder staan.
Stap 1 Kijk wat de schuine zijde van de driehoek is. Dat is natuurlijk de langste, maar als je dat niet goed kunt zien, kun je het veiligst gebruiken dat het degene tegenover de rechte hoek is.
Stap 2 Beslis om welke hoek het gaat. Dus de hoek die je wilt berekenen of een hoek die gegeven is (als je een lengte wilt berekenen).
Stap 3 De schuine zijde heb je al. Dan zijn er nog twee rechthoekszijden over. Degene daarvan die aan jouw hoek vastzit noem je de aanliggende rechthoekszijde, en degene tegenover jouw hoek heet de overstaande rechthoekszijde.
Voorbeeld 1
Bereken het vraagteken in de driehoek hiernaast.
Het gaat om de hoek van 62º. De schuine zijde is die met het vraagteken (tegenover de rechte hoek). De zijde van 7 is dan de overstaande zijde (tegenover de hoek van 62º)
Het gaat dus om de schuine en de overstaande zijden, dus gebruiken we SOS.
sin(62º) = 7/? dus ? = 7/sin(62) ≈ 7,93
Voorbeeld 2
Bereken het vraagteken in de driehoek hiernaast.
De zijde van 7 is de schuine zijde (tegenover de rechte hoek). Het gaat om de hoek met het vraagteken dus de zijde van 4 is dan de aanliggende zijde.
Met aanliggend en schuin gebruiken we CAS.
cos(?) = 4/7 dus ? = cos-1 (4/7) ≈ 55,2º