Stelling van Pythagoras
De Stelling van Pythagoras gaat als volgt: a2 + b2 = c2
a is een rechthoekszijde.
b is een rechthoekszijde.
c is de schuine zijde
Dus als je driehoek ABC hebt, zoals op de afbeelding, zie je dat AC = b en BC = a de rechthoekzijde zijn. Zijde AB is de schuine zijde, dus AB = c
Let op! Dit kan per driehoek verschillen
Nu weten wat waar in de stelling hoort, maar hoe ga je de stelling oplossen.
Laten we aannemen dat AC = 9 en BC = 12. Hoelang is zijde AB dan?
Dat gaan we nu stap voor stap samen doornemen.
Stap 1 Invullen
Ga alle gegevens in de stelling invullen.
AC =b en BC = a, dus dan krijg je 122 + 92 = AB2
Stap 2 Uitrekenen
Reken alle kwadraten uit en tel ze bij elkaar op.
122 = 144
92 = 81
144 + 81 = 225
Dus 225 = AB2
Stap 3 Worteltrekken
Om AB uit te rekenen moeten je de wortel van 225 uitrekenen (je mag een rekenmachine gebruiken) en dan heb je het antwoord.
Dus 225 = 15
AB = 15
Wat nou als je nu de schuine zijde weet, maar je weet een rechthoekszijde niet?
Dan volg je alle stappen weer op, maar bij stap 2 tijdens het uitrekenen letten we goed op.
Want als we nu hetzelfde voorbeeld nemen, maar nu weten we de zijde AB = 15 en AC = 9.
Stap 1 Invullen
92 + BC2 = 152
Stap 2 Uitrekenen
81 + BC2 = 225
BC2 = 225 - 81
BC2 = 144
Stap 3 Worteltrekken
BC = 144 = 12
BC = 12
Is niet zo moeilijk, hé? Nu veel succes met de opgaves en daarna wanneer je denkt genoeg geoefend te hebben kan je de toets maken.